Levensloop

Overzicht levensverloop H. de Wijs vanaf 1946

(mijn excuus voor deze voorlopige opmaak van de pagina)

Tijdens de schooljaren op de Mulo heb ik veel zitten dagdromen en wilde de gekste dingen gaan doen zoals verre ontdekkings­reizen maken, vliegen in een vliegtuig en luchtballon, dwars door woestijnen trekken en naar de noord of zuidpool op expe­ditie gaan. Ik was gewoon jaloers op de mensen die dat alle­maal konden doen en volgde de toen bekende reizigers via kranten en tijdschriften artikelen. Ik had zelf echter een klein probleempje; ik had namelijk geen cent en kreeg ook van thuis geen zakgeld. Na het met goede resultaten verlaten van de Rijkslandbouw Winterschool te Utrecht in ….. begon het grote avontuur om op eigen benen te leren staan. Mijn grote hobby was motoren. Vlak na de oorlog had ik in 1946 al een B.M.I. rijwiel hulpmotor. Deze had ik van mijn vader voor mijn verjaardag gekregen.

Mijn vader die als vertegenwoordiger bij de B.M.I. fabriek werkte had van dat bedrijf een oude volledig uit elkaar liggende motor overgehouden. Ik moest hem maar zelf in elkaar zetten. Dit verjaardagscadeau was de aanzet voor mijn verdere lensloop. Toen leerde ik al dat je niets aan andere mensen moet vragen of hulp moet verwachten maar volledig op je zelf moet vertrouwen en zelf enig initiatief moet nemen en toen al was mijn levensspreuk; Wie niet waagt wie niet wint, op mijn lijf geschreven.

Tot ± 1950 was mijn leven één groot spel met motoren. Ik had voor F 25,– een grote losse twee cilinder stationair motor gekocht. Deze motor bouwde ik op wagentjes en maakte met deze zeer lawaaierige wagentjes echt de buurt onveilig. Gevaren zag ik toen nog niet. Op het laatst had ik een grote houten propeller zelf gesneden en op de motor bevestigd. Nu joeg ik als een vliegma­chine met onafgeschermde propeller voortgestuwde wagen door het dorp Bunnik. De politie en de omwonenden wachtte op het grote ongeluk, dat nooit gebeurde. In de winter plaatste ik de motor met propeller op een grote slede joeg met een gang van ± 70 km./uur over de grote ijsvlakte van Fort Rhijnauwen.

Tij­dens mijn stageperiode voor de Landbouwschool had ik bij de boer (Peek) een oude grote Gnome-et Rhone motorfiets gekocht. Deze was van ± 1930 en moest goed opgeknapt worden. Met deze motorfiets ben ik in de zomer naar Noorwegen gereisd. Onderweg bij de Deense grens brak de achteras van het wiel en is de remtrommel tegelijk in stukken gebroken. De achteras heb ik laten lassen maar de achterrem was niet meer te repareren. Dus zonder achterrem verder naar Noorwegen naa de plaats Hasnar gereken. Onderweg heb ik nog wel benauwde momenten beleefd vanwege het ontbreken van een goede rem. In noorwegen heb ik twee maanden volontair op een landbouwschool gewerkt.

Daar heb ik de motor eenmaal uitgeleend aan een z.g. goede motorrijder maar die kreeg met de motorfiets een ongeluk en in de motor was de hoofdas van de versnellingsbak gebroken en de wielen en frame helemaal verbogen. De motorfiets was het niet meer waard om te repareren. Ik moest daarna liftend naar huis reizen. Als herinnering aan deze reis heb ik een serie onscherpe zwart-wit foto’s die ik met een boxcamera heb gemaakt. Mijn conclusie was dat ik niet kon fotograferen en er niets moois van maakte.

Nadat ik terug in Nederland ben gaan werken bij de Vita diepvriesfabriek als sorteerder die op de lopende band de kikkers uit de te verwerken spinazie moest halen en groenten in de diepvriestunnel moest stouwen. Later als chauffeur op een meelwagen bij een fouragehandel heb ik genoeg geld verdiend om in 1955 een Batavus bromfiets te kopen. Daarmee ben ik eerst een weekje heen en weer Parijs gereden om daarna in het zelfde jaar even per bromfiets naar Rome te rijden en uit geldgebrek twee maanden in Oostenrijk op een boerderij gewerkt.

Vervolgens op de terugreis nog even een weekje Londen aangedaan. De Batavus rijwiel en bromfietsfabrikant vond dit uitstapje met hun merk bromfiets wel zo indrukwekkend dat zij mij voorstel­den om voor reclame een lange testreis met hun bromfiets te maken en deze te financieren  en daarover in de kranten mochten schrijven. Dit aanbod nam ik onnadenkend direct aan. Niet wetende wat mij te wachten stond.

Ik organiseerde een reis in de winter van 1955-1956 naar Bagdad in Irak. Het was 17000 km. dat ik in 3 maanden moest reizen. Tijdens die reis ben ik in Joegoslavië bijna doodgevroren. Dagen van -36° C vorst waren normaal.

Het was een gevecht tegen de kou, sneeuw en uitglijden. In Griekenland kwam ik in een water overstromingsgebied terecht. IJsschotsen dreven over de weg.

Het was een lange ellende tegen de kou. Ik heb uiteindelijk na veel motor ­reparaties toch Bagdad bereikt en onder betere weer condities de terugreis kunnen rijden. Tijdens deze reis moest ik zwart-wit foto’s maken van markante plaatsen waar de bromfiets en bereider geweest waren. Dit heb ik met een Kodak 6×9 klapcamera gemaakt. Wonder boven wonder waren deze eerste officiële foto’s scherp en goed van compositie.

In april 1956 was ik weer thuis. Maar niet voor lang want direct daarna ben ik door mijn ouders per auto tijdens hun vakantie naar Stockholm in Zweden gebracht. Ik wilde verder liftend naar de Noordkaap van Noorwegen. Toen ik in een Jeugdherberg in Narvik was zag ik een landkaart van Spitsbergen, een eilandengroep boven Noorwegen in het N-pool gebied. Mijn besluit was snel genomen; ik moest daar naar toe. Maar hoe kom je daar. In de havenplaats Harstad lag toevallig een vrachtbootje dat naar Spitsbergen ging.

Alleen ze zochten nog een matroos voor alle werkzaamheden. Dat was mijn kans. Ik heb mij aangemonsterd als matroos en 5 uur later waren wij al op weg naar Spitsbergen. Ik was de gehele reis roerganger, wat in het begin mij slecht af ging. In Spitsbergen bij de meest noordelijke nederzetting ter wereld New Allesund was een kolenmijn die door lang veroordeelde misdadigers werd bewerkt.

Na 14 dagen vrij leven in dit ijs overdekte poolgebied ben ik weer als stuurman matroos terug naar de bewoonde wereld gegaan. Op aandringen van mijn vader kocht ik in september 1956 een duplex stereocamera.

Na oefenen lukte het mij om met gebruik van een losse belichtingsmeter redelijke stereodia’s te maken. Door de aanschaf van deze stereocamera ben ik in 1956 begonnen met de stereofotografie begonnen. Ik had toen ook al een Retina 1a kleinbeeldcamera gekocht. Ik was namelijk van plan om tijdens mijn reizen reisverslagen te fotograferen om er later met gebruik van diaprojectie lezingen te gaan houden voor het verenigingsleven. Mijn vader verdiende al jaren lang zijn brood met het houden van lezingen voor het verenigingsleven. Hij gebruikte daarbij een 16 mm. Bell & Howel filmprojector waarmee hij op een groot 3×3 meter wollen projectiescherm projecteerde.

Het fotograferen tijdens mijn reizen begon ik leuk te vinden. En het idee om daarnaast nog met stereodia’s thuis te komen was mijn toekomst ideaal. Ik had namelijk voordien al enkele keren een voordracht bijgewoond van de toen bekende Wim Noordhoek die voor de firma Leica dia shows hield en daarmee volle zalen organiseerde. Dit idee van voordrachten houden en voor een zaal vol publiek op te treden was in mijn ogen het einde. Dit wilde ik ook proberen te bereiken. In de herfst van 1956 kreeg ik nogmaals het verzoek van de Batavus bromfiets fabriek om weer een spectaculaire testrit te maken. Er was F 2500,– in totaal voor uitgetrokken. Dit keer koos ik voor een rit dwars door de USA, Mexico en Canada. Ik besloot om tijdens mijn reis door Noord Amerika een fotoreportage van de oude cultuur en het leven in Mexico te maken.

Per boot vertrok ik op 27 decem­ber 1956 naar New York en vandaaruit maakte ik de rit via New Orleans, Texas naar Mexico City, alwaar ik een fotoserie in 3-D van de oude Azteken cultuur maakte. Daarna reed ik door de woestijn van Noord Mexico naar San-Fransisco en in de bare koude winter reed ik vervolgens door het noorden van de USA rechtstreeks naar de Niagara watervallen. Vervolgens reed ik via oost Canada terug naar New York. Vanwege het weinig te besteden geld, namelijk 5 Dolar per dag, moest ik ’s nachts in mijn tentje langs de weg overnachten, wat soms wel erg koud was. Op 24 maart was ik weer thuis en financieel net zo arm als toen ik vertrok. Tegelijk daarna ben ik om geld te verdie­nen gaan werken als vrachtwagenchauffeur (bij Rijnsoever) op een zandauto, als bulldozer chauffeur en als draglinemachinist. Maar tussendoor deze werkzaamheden ben ik ook nog even 14 dagen op vakantie in Londen geweest. Mijn vader had een tijde­lijk baantje in Juli en augustus voor mij aangenomen als voorlichter voor de Nederlandse staat over het atoomenergie onderzoek programma van het reactorcentrum Nederland. Dit was tijdens de eerste grote tentoonstelling over atoomenergie te Schiphol. Om goed met het atoomonderzoeksprogramma op de hoogte te zijn heb ik in korte tijd dag en nacht moeten stude­ren. In de vrachtwagen nam ik mijn leerboeken mee. Na deze zeer geslaagde voorlichtingsperiode ben ik als vertegenwoordi­ger dameskouzenhouders aan de fourniturenwinkels gaan verko­pen. De Juwel Strümphhalter haalde ik per bromfiets in één dag heen en terugreizend in Krefeld in Duitsland op. De handel verdiende goed maar ik vond het een persoonlijke afgang om in een winkel langdurig te moeten wachten voordat de winkelier mij te woord wilde staan. Daarom ben ik voor de firma Metaver­pa in Maartensdijk de toen nieuwe, op alles schrijvende, inktstiften aan de winkeliers en de industrie gaan verkopen. Ook dit beviel mij slecht. De meest slechte herinnering heb ik aan de periode dat ik in de nachtdienst bij een lood en zink­pletterij (Hamburgers) in Utrecht gloeiend hete gegoten loden blokken tussen twee enorme ronddraaiende walsen moets drukken. Ik dacht toen dat ik er financieel nooit meer bovenop zou komen en had mijn leven als fabrieksarbeider al bepaald. Maar gelukkig kon ik overdag weer gaan werken bij een broodfabriek (Lubro) waar ik voorafgaand aan de Sint Nikolaas periode bij speculaaspoppen platte nootjes als knoopjesversiering op de pop moest plakken. Na de Sint Nikolaastijd was ik niet meer nodig. Wel was er werk bij de jamfabriek (Zwaardenmakers) waar ik aan de lopende band peren moest schillen en de oude stik­kers van de emballagekisten moest afkrabben. Maar omdat mijn broer en ik per eigen auto naar het werk kwamen en wij zelfs een draagbare radio voor muziek tijdens het werk hadden meege­nomen vond de baas het niet op zijn plaats om ons als buiten­beentje in dienst te houden. Ook heb ik het niet lang uitge­houden bij de Sol veevoedermeelfabriek te Utrecht. Daar moest ik bij een splinternieuw ontworpen vee koek pers de in 25 kg. verpakte pakken vee koeken opstapelen. De machine was vaak stuk en functioneerde slecht. Toen ik in de gaten had waarom de machine zo slecht functioneerde en mij er technisch mee ging bemoeien en aan het Duitse onderhoudspersoneel enkele goede verbeteringen had voorgesteld werd ik door de bedrijfs­leider ontslagen vanwege mijn bemoeizucht. Alleen domme niet doordenkende mensen zijn aan de lopende band wel welkom. Ter overbrugging om geld te verdienen ben ik nog een paar maanden in de nieuwbouw werkzaam geweest als spijkertrekker uit het gebruikte betonbekisting hout. Maar doordat ik zo asociaal was om tijdens de regen door te werken kreeg ik ruzie met het andere werkvolk en werd ik doelbewust weggepest. Daarna ben ik in de winter bij de boekhouding op het kantoor van een melkfa­briek op het vissersplein te Utrecht gaan werken. Ik moest er de hele dag de bestelbonnen van de klanten optellen. Dit moest ik uit het hoofd doen. Ik mocht maar 1 promille fouten maken. De grote probleem was tijdens het saaie optellen de strijd tegen mijn slaapaanval­len. Toen het in maart mooi weer werd ben ik expres veel telfouten gaan maken en werd zodoende gelukkig ontslagen. Door een krantenadvertentie ben ik terecht gekomen als kranten en tijdschriftenverkoper voor de Stars and Stripes die een uitgeverij was in dienst van het Amerikaanse leger. Ik kwam zodoende op de Amerikaanse lucht­machtbasis te Soesterberg terecht. Ik verzorgde daar geheel alleen in een Engels sprekende omgeving de verkoop van alle Amerikaanse lectuur voor het Amerikaanse leger. Hiervoor haalde ik per motorfiets door weer en wind iedere ochtend op het station te Utrecht de per trein uit Duitsland verstuurde Stars and Stripes courant en de tijdschriften. Mijn salaris werd in Dollars uit betaald. Het was een goed betaalde baan maar in de stille perioden erg slaapverwekend en ik had nooit een vrije dag. Als enig Nederlander was ik voor vele Ameri­kaanse soldaten een tolk voor hun privéproblemen men hun Hollandse vrouwen. Even kreeg ik met de MP problemen toen ik als hobbie met mijn Duplex stereocamera op het terrein dia’s maakte van de gevechtsstraaljagers. Ik verdiende zo goed dat ik besloot om een lange reis per DKW motorfiets rond de Mid­denlandse zee te gaan maken. Ik zocht een tijdelijke vervanger voor de krantenkiosk om na mijn reis deze goed betaalde baan weer voort te zetten. Mijn reisdoel was om diareportages van verschillende landen en hun cultuur te maken. Om later met dit fotomateriaal lezingen te houden. De firma Agfa was bereid om mij 100 diafilms ter beschikking te stellen. In middels had ik een Belplasca stereocamera aangeschaft. Met mijn Belplasca camera en de slechte Japanse Miranda spiegelreflex camera ben ik in augustus 1959 vertrokken. Ik reisde met een 175 cc. DKW motorfiets en achterop had ik een koelkist voor de 100 dia­films. Als bagage had ik een reserveband, benzineblikken en een tent om buiten langs de weg te overnachten bij me. De reis verliep op technische problemen na vrij goed. Via Duitsland, Oostenrijk, Joegoslavië en Griekenland kwam ik in Turkije aan. Daar ben ik begonnen met de eerste diaserie te maken maar echter niet in 3-D. Na Sirië ben ik in Jordanië per auto via een toen nog ongebaande weg, dwars door de woestijn naar de oude rotsstad Petra in zuid Jordanië gereden. Deze avontuur­lijke rit met zijn autopech zal ik in mijn leven niet verge­ten. In Jordanië heb ik een fotoreportage gemaakt van oude Christelijke heiligdommen en in de bijbel genoemde heilige plaatsen. Per boot ben ik vanuit Libannon naar Egypte overge­stoken. Israël was toen voor mij verboden gebied. In Egypte ben ik twee maal langs de Nijl per motorfiets naar het zuiden gereden namelijk toen ik de eerste rit naar het zuiden had gemaakt had ik geen stereofoto’s gemaakt. Maar in Caïro kreeg ik van mijn vader een brief per post restante waarin stond dat hij als werk een stereoshow voor het verenigingsleven wilde gaan verzorgen. Hij vroeg mij om voor een serie stereodia’s van de oude Egyptische cultuur te zorgen. Dus moest ik nog­maals dezelfde rit van ruim 1000 km. naar het zuiden rijden om alleen stereodia’s voor de nieuwe lezing te maken. Ook bezocht ik de Siwa oase in Egypte, hiervoor moest ik op het kompas vertrouwend 400 km. door de toen nog ongebaande woestijn rijden. Halverwege zakte ik wel door spaakbreuk door mijn achterwiel. Door uit het voorwiel spaken te halen kon ik het achterwiel weer stevig maken. 9 Januari 1960 was ik weer thuis. Tijdens deze lange reis heb ik 2400 dia’s gemaakt en 300 stereodia’s van Egypte. Tegelijk ben ik weer naar de krantenkiosk op de Amerikaanse luchtmachtbasis teruggegaan. Maar na 14 dagen bleek ik een zware geelzucht te hebben opge­lopen in Libië door uit beleefdheid een halve liter olijfolie bij een familie te drinken. De olijfolie was hun volksdrank. Door de ziekte mocht ik niet op de luchtmachtbasis komen en verloor ik zodoende mijn goede baan. Mijn vader wilde in het najaar één show klaar hebben om daarmee in de winter voor het vereningingsleven voorstellingen te geven. Als grootse plan wilde hij stereofonische geluidsdemonstraties geven en daarbij stereoscopische diaprojectie. De stereofonische grammofoonplaat was net als nieuwtje op de markt verkrijgbaar. Niemand kende het stereo effect en de kwaliteit. Door een welbekende ge­luidswinkel liet hij een 5 kanalen stereofonische versterker bouwen. Iets wat nog niemand eerder had gebouwd. Wij konden met deze geluidsinstallatie bestaande uit 7 grote luidspreker­kasten een grote theaterzaal vullen met prachtige stereofoni­sche muziek. De installatie was volledig apart in lage, midden en hoge tonen te regelen. Voor het stereoscopisch projectiedeel moest ik zelf alles verzinnen en maken. Wij kochten een Pitsbarmach stereoprojector met 2×500 Watt gloei­lampen. De lichtopbrengst was zeer slecht. Met extra koelmoto­ren en warmtefilters heb ik de projector omgebouwd tot 2×1000 Watt gloeilampverlichting. Een groot zilver projectiescherm moest ik ook zelf maken. Na enig experimenteren heb ik een wit kunststof projectiescherm met Ripolin aluminiumverf zilver gespoten. Het grote kunstwerk was om geen glanzende plekken op het scherm te spuiten. Kartonnen 3-D brillen van Polaroid waren gelukkig te koop. Na mijn langdurige ziekte moest ik dit alles in een korte tijd organiseren. Inmiddels terwijl nog niets functioneerde waren de reclamefolders al naar de 2000 verenigingen verstuurd en werden de eerste boekingen van data’s vastgelegd. Voor de eerste avond voorstelling in oktober werd alle apparatuur in twee auto’s geladen en op wegge­gaan. Om 8 uur ’s avonds was alle apparatuur opgesteld en het publiek kwam binnen. Vol spanning begonnen wij onze eerste voorstelling met 3-D projectie en stereofonische geluidsdemon­stratie. De bouwer van de geluidsversterker was ook meegekomen want de dag ervoor was de installatie nog niet klaar. In de voorgaande nacht werkte het eindelijk. Alles verliep goed het publiek was zeer enthousiast tot dat opeens de geluidsverster­ker met een rookpluim in brand vloog. Paniek en einde voor­stelling. Maar de volgende dag was alweer geboekt en moest alles weer draaien. Tijdens het bouwen van de apparatuur en ook later verdiende ik met deze shows niets. Dus overdag ben ik als hulpverkoper gaan werken in de fotoafdeling van de Galleries moderne te Utrecht. Door mijn zelfstandig optreden kreeg ik al snel allerlei leuke baantjes en werd ik chef van de fotoafdeling. Maar ik wilde niet in vaste dienst treden. Ruim twee jaar heb ik daar met plezier afwisselend gewerkt. Maar soms moest ik vroeg weg omdat wij s’avonds ergens in Nederland een avondshow moesten verzorgen. Uitslapen was er nooit bij. Om toch zelfstandig te blijven besloot ik ook alleen lezingen voor het verenigingsleven te verzorgen. Ikl had al ervaring opgedaan met de lezing over oude Mexicaanse Cultuur en volksleven. De vlakke serie die ik tijdens de bromfiets tocht heb gefotografeerd. De diaserie over de Chris­telijke heiligdommen in het heiligland die tijdens de reis rond de Middenlandse zee was gemaakt is niet zo een sucses geworden. Het onderwerp lag mij niet zo goed. Wel heb ik veel succes gehad met de lezing over Egypte die behandelde de periode van de Farao’s tot aan Nasser. Vanaf 1961 heb ik ook als oproepkracht voor een chauffeurscentrale gewerkt. Hier moest ik als invallend chauffeur met allerlei auto’s rijden; van luxe wagens tot trailers. Omdat ik van die enkele lezingen niet kon leven ben ik nog een rit door Europa gaan maken om een lezing over de préhistorische dierenwereld en de eerste mens te maken. Daarvoor heb ik veel foto’s van préhistorische grottentekeningen in Frankrijk en Noord Spanje gemaakt. Ik kreeg steeds meer ideeën om met de 3-D fotografie te gaan experimenteren. In 1962 bouwde ik zelf mijn eerste 40×40 mm. beeld stereocamera. Het waren twee Agfa Isolie III camera’s aan elkaar gebouwd. Met deze camera + Belplasca ben ik tezamen met een vriendin per Heinkel scooter een reis naar Marroko gaan maken. Wij hadden weinig geld en sliepen zodoende gewoon ergens verborgen langs de weg. De schitterende grote 40×40 mm. stereodia’s waren een enorme verbetering in de stereoprojec­tie. Tot 1985 heb ik met veel succes dit 3-D fotowerk gepro­jecteerd. Het voordeel bij deze camera was dat de dia’s niet geknipt hoefden te worden maar zonder zo zonder masker tussen 60×130 mm. diaglas gemonteerd konden worden en ook tijdens de projectie weinig bij stellen nodig had. Nog steeds verdiende ik niet genoeg geld om ervan te kunnen leven. Bijbaantjes was de enige oplossing. ‘Zomers kon ik geen lezin­gen houden dus moest ik wat anders verzinnen. Ik kon als buschauffeur bij Ebato Hagenauw in Utrecht gaan werken. Al snel ging ik met vacantie­reizen door Duitsland, Oostenrijk en Italië reizen. Dit vond ik een zeer zware verantwoordelijke baan. Omdat ik de 3 talen vrij goed sprak vond het bedrijff dat ik wel alleen op pad kon gaan. Tijdens deze busreizen kreeg ik het idee om stereodia- automaten te maken die ik langs de weg wilde plaat­sen zodat na geldinworp het toeristi­sche publiek 3-D dia’s van toeristische bezienswaardigheden konden zien. Na twee jaar experimenteren en verbeteren van de apparatuur en leren met 3-D fotografie om te gaan kon ik in mei 1963 mijn eerste 3-D dia- automaat in Loosdrecht buiten het V.V.V. kantoor plaat­sen. Het eerste zomerseizoen had ik 10 apparaten langs de weg staan. In de koude winter van 1962-63 heb ik deze apparaten bij mij thuis op zolder gebouwd. Er was geen verwarming dus vreselijk kou lijden. Inmiddels had in begin 1964 een vriendin opgedoken n.l. Grietje Hofstee. Zij heeft van het begin af aan mee geholpen de 3-D automaten op de koude zolder helpen mee­bouwen. Zij werkte overdag op kantoor bij het Koningin Wilhel­minafonds en s’avonds hielp zij mij op zolder mee kasten bouwen. In de weekeinden gingen wij samen met de Heinkel scooter 3-D dia’s maken van plaatselijke toe­ristische beziens­waardigheden zodat wij weer nieuwe automaten konden plaatsen. Tenslotte waren wij letterlijk dag en nacht bezig om 3-D dia’s in te ramen, fotograferen, de apparaten controleren of ze nog wel heel waren en het geld eruit halen. Greet deed de admini­stratie en vroeg per brief bij de gemeen­ten nieuwe vergunnin­gen aan om apparaten te kunnen plaatsen. Op het laatst kreeg ik een zeer druk bezet leven waarbij voor vakanties geen tijd was. Om een dia- automaat te kunnen plaatsen moest eerst de paal waarop de dia- automaat staat in de grond worden gegra­ven. Het idee is makkelijk maar de praktijk soms zeer zwaar. De 30 kg. zware gegalvaniseerde paal van 2 meter lengte heeft een grondplaat van 50×50 cm. met schuine steunen. Dit deel werd in de grond gegraven tot 60 cm. diep. Dit was een vrese­lijke zware klus als je omder de grond bijvoorbeeld stenen, be­tonstukken, boomwortels of telefoonkabels tegen komt. Uit­eindelijk moest je alles alleen doen. Als grondwerker werd je vaak minachtend aangekeken door mensen waarmee je eerst nog de fotoserie had doorgesproken en als fotograaf werd toegespro­ken. Ik had nu 4 beroepen tegelijk n.l. buschauffeur in de zomer, ’s winters met lezingen houden en met mijn vader 3-D shows verzorgen, dia- automaten bouwen en als hulpkracht in de fotozaak werken. Met de stereoscopische diaprojectie kregen wij steeds meer bekendheid. Met onze verschillende diashows waren wij ’s winters soms wel 5 avonden per week onderweg. Wij reden na iedere voorstelling ’s nachts door ijs, sneeuw en mist weer naar huis. Na een winterseizoen stereoprojectie kreeg mijn vader het idee om een jeugd stereotheater in het vakantie ontspanningscentrum Jeugdland te Rotterdam te organiseren. Daar hij één van de medeoprichters van Jeugdland is geweest was het organiseren van een stereotheater snel besloten. De bedoeling was om spannende kinderverhalen in stereoscopische projectie + geluid te laten zien. Ik moest nu een kinderver­haal bedenken en het spannende verhaal in stereoscopie foto­graferen. Voor het verhaal hadden wij jonge figuranten (spelers) bij de padvinderij georganiseerd. Voor oudere spelers hadden wij uit het bejaardenhuis oudere mannen georganiseerd. De 3-D dia’s werden met de medespelers in centrales, helikopters of zeeschepen gemaakt. Het was een grote organisatie om de goede achtergronden te vinden en de juiste uitdrukkingen van de spelers te krijgen. Zes weken lang werd in het Jeugd­land vakantiecentrum ieder uur in het stereotheater een voor­stelling gehouden. De zaal was altijd stampvol en in lange rijen tussen de dranghekken stonden de kinderen uren te wach­ten. Ons grote probleem was het uitdelen van de brillen en weer terugontvangen. ’s Avonds was het thuis als straf voor iedereen om kapotte 3-D brillen te repareren met plakband. Het stereotheater is tot 1970 een begrip in Jeugdland geweest. In 1970 heb ik het laatste verhaal verzonnen en in 3-D gefotogra­feerd. Het ging om een Arabische prinses die in Nederland woonde maar door een Marokkaanse Sultan naar zijn land is ontvoert. Als hoofdrolspeler was Greet als gesluierde Arabi­sche prinses verkleed. Per Diana Citroën zijn wij via Spanje naar Marokko gereden. De gehele reis was Greet als prinses verkleed. Op indrukwekkende plaatsen zoals waar zij bewaakt wordt door de paleiswacht in oude Marokkaanse paleizen en mooie tuinen, heb ik haar in stereo gefotografeerd. In het verhaal wist zij uit het paleis te ontvluchten. Ik maakte actie foto’s van de vluchtende prinses uit het paleis en de uitputtende tochten door de woestijn. Na lange omzwervingen door Marokko, is de prinses met behulp van de jonge speurders, uit Marokko bevrijd en weer naar Nederland terug gebracht. In Nederland worden dan de medespelers in duinlandschap zonder herkenbare achtergrond als 3-D actiefoto’s gemaakt. Dit verhaal is nooit in jeugd land vertoond, daar mijn vader in Dec. 1970 overleed en ik het jeugd theater niet wilde doorzetten. Per vakantie periode bezochten zo’n 18.000 kinderen het stereotheater. Totaal in 9 jaar is dat ongeveer 165.000 bezoekers. Tot 1965 heb ik als touringcar buschauffeur voor vakantie groepen door Nederland en Europa gereden. Het betaalde slecht n.l. f20, per dag en de rest moest ik als fooien van het publiek krijgen. Een 10 daagse vakantie tocht naar Italië bracht de laatste dag f40, fooi in totaal op. Ik vond de verdienste en de kwalitijd van de bussen te slecht en ben daarom er mee gestopt. Als bijverdienste heb ik nog 3 jaar bruidsfoto’s reportages ge­maakt. Ik vond dat psychisch slopend werk. Altijd haasten en op het juiste moment die ene goede foto maken. In het groot warenhuis, de Galerie de Moderne te Utrecht, hebben Greet en ik 5 jaar lang kinderen gefotografeerd die van Sint Nicolaas een presentje kregen.De kinderen werden zo snel mogelijk op de schoot van de Sint geplaatst, wel of niet huilend, snel een foto maken en weg met dat kind. Wie Volgt! Honderden foto’s werden per dag gemaakt. Door de grote snelheid was het leuk verdienen. Kinderen waren er genoeg. Voor V&D heb ik nog modeshows gefotografeerd. Alles waar wat aan te verdienen viel, dat deed ik. Ik moest uiteindelijk de huur van mijn werkplaats betalen en in Utrecht heb ik vanaf 1965 een kamer gehuurd. Greet heeft tot 1971 op kantoor gewerkt. Van haar geld konden we eten en haar kamer huur betalen. Daar het financieel beleid van mijn ouders slecht en impulsief was, was er eigenlijk nooit geld en kon je thuis bijna van armoede spreken. Zodoende heb ik van mijn ouders nooit geen cent steun gehad en moest ik ieder dubbeltje zelf en met Greet verdienen. Het aantal dia automaten voor toeristische voorlichting langs de weg groeide snel.Ik bouwde de apparaten thuis maar de voorbewerking van het plaatijzer materiaal en het lassen en zetten wilde ik buiten de deur doen door een metaalconstructie werkplaats (fam. Matthijsen te Utrecht) laten maken. Maar het chaotisch geleide bedrijf had geen tijd om mijn opdrachten uit te voeren. Zo werd er besloten dat ik zelf in hun bedrijf de apparaten mocht bouwen. Maanden lang ging ik iedere dag naar mijn privé-fabriek, waar ik zelf metaalplaten mocht knippen en zetten en frames lassen. Doordat ik alleen het gebruikte materiaal hoefde te betalen, ben ik zeer voordelig aan de eerste 20 dia automaten gekomen. In het oude landhuis Oud Amelisweerd te Bunnik waar mijn ouders sinds 1946 woonde en ik tot 1965 heb gewoond, kon ik niet langer op zolder mijn wek­plaats houden. Door lekkage en stuifsneeuw werd al het appara­tuur steets nat en bevroor in de winter. Er was geen verwar­ming alleen een petroleum kachel zorgde voor zeer slechte verwarming. Door de familie problemen besloot ik om in Houten bij de gastvrije fam. Meijrink een werkplaats te huren. Het was de oude varkensstal. Jammer genoeg gebeurde het vaak dat als het veel regende de varkensgierput overstroomde. Een 1m. brede stinkende gierwater strook stroomde dan over de vloer.

Niettegenstaande dit onaangename stinkende probleem, heb ik hier twee jaar gewerkt.

Naast de 3-D stereoautomaten heb ik nog de z.g. Reactietesters gemaakt. Met dit apparaat kun je na inworp van een dubbeltje, je reactiesnelheid meten. Van deze apparaten heb ik zo’n 40 stuks van gemaakt en in recreatieparken en cafés en op Hoog Catharijne te Utrecht tot 1994 geëxploiteerd. Een groot probleem werd dat er voor de stereoscopische shows, geen goedkope kartonnen polarisatie brillen te koop waren. Tijdens de jeugd­land voorstellingen zijn er door de jaren heen duizenden 3-D brillen vernield. Nergens waren nieuwe brilleen te koop. Dus moest ik ze zelf maken. Ik kocht grote vellen polarisatiefil­ter materiaal, en liet een kartonnen montuur uitstansen. De bril kreeg ijzeren pootjes en werd in elkaar geniet. Duizenden brillen werden door Greet en mij voornamelijk ’s avonds in elkaar gezet. Deze brillen zijn tot 1985 nog door mij ge­bruikt.

De 5 kanalen stereofonische geluidsinstallatie, was voor de 7 grote luidsprekerkasten erg omvangrijk. De gehele installatie kon niet in zijn geheel in de auto vervoerd worden. Na 5 jaar rijden met de Deux Chevau Citroën, is een nieuwe Panhar

Citro­ën door mijn vader aangeschaft. Met een groot imperiaal op het dak van de auto, werden luidsprekers en projectiescherm vervoerd.

Ik wilde een groter 3-D projectie scherm hebben, het moest 3x3m. worden. Een goed polarisatiescherm wat ook nog oprolbaar was was niet te koop, dus ook dit moest ik zelf maken. Met zeer dun visgaren draad werden twee witte projectieschermen van 1.60 breed aan elkaar genaaid (zig, zag steek op de naaimachi­ne). Vervolgens werd het in twee dagen tijd mooi egaal mat zilver gespoten. Mijn verfspuit werd door een stofzuiger van een krachtige luchtstroom voorzien. In totaal heb ik zo’n 4 3-D zilverschermen van verschillende formaten gemaakt. Later in 1980 kocht ik een prima 3-D zilverscherm in Engeland. Het opstellen en inrijgen van he 3x3m. scherm in het buizenframe, kan ik in mij ééntje in 1 uur voor elkaar krijgen. Er is namelijk nooit hup in de zaal als je daar een voorstelling moet geven. Zelfs bij de stereoclub is er bij een bijeenkomst ’s ochtens niemand die het projectiescherm helpt opzetten. Alleen Huib Heikoop helpt sinds de jaren ’80 ’s ochtens tijdens de stereoclub dagen de apparatuur uit de auto laden en opstel­len. In de jaren 70 heeft Ben Dons altijd geholpen om tijdens de stereodagen de apparatuur op te stellen. De 3-D dia- automaten die langs de openbare weg waren geplaatst functioneerden na inworp van F 0,10 (dubbeltje) pas in ± 1968 is de inworp F 0,25 (kwartje) geworden. Het aantal losse munten dat wij langs de weg ophaalden was enorm. Soms hadden wij wel een emmer vol dubbeltjes verzameld. Deze moesten dan in zakjes van 1000 stuks geteld, verpakt en verzegeld worden. Om snel te kunnen tellen had ik een z.g. schutbakje met 100 gaatjes gemaakt. Door er een handvol dubbeltjes in te gooien en even te schud­den werden de 100 gaatjes met 100 dubbeltjes gevuld, de rest werd uit het bakjes geschut en de 100 dubbeltjes in het zakje. In het begin deed Greet op haar kamer dit werk. Maar van dat avonden lang schudden (tellen) kreeg je barstende hoofdpijn; dit was gewoon strafwerk geworden. Tienduizenden dubbeltjes moesten geteld worden. Pas in 1970 heb ik een professionele mechanische hand geldtelmachine aangeschaft. Bracht je het kleine muntgeld n.l. ongeteld naar het postkantoor dan had je op het tellen geen controle. Soms had ik het idee dat ik meer geld had gebracht als dat de telmachine van de PTT opgaf. Na een controle met inschakeling van de Post recherche bleek dat de ambtenaren steeds een paar honderd gulden achterhielden. Deze vorm van diefstal heeft mij wel F 1000,– gekost. Ik kreeg niets van de PTT vergoed. Gemiddeld keken 2 mensen voor één x geldinworp in de dia- automaat. Er is n.l. geen tijdslimiet van kijken in het apparaat aanwezig. Een tijdschakelaar ver­oorzaakte veel mechanische mankementen en verstoppingen. Het was goedkoper als altijd het apparaat storingsvrij functio­neerde. Er werd n.l. zeer veel plastic rondjes afgebroken ijslepeltjes of lipjes van bierblikjes in de geldinworp gleuf gestopt. Op inworp van deze vreemde voorwerpen mocht het apparaat niet verstoppen en weigeren. Om de betrouwbaarheid van het apparaat thuis uit te proberen had ik een grote zak vol afval vanuit het geldbakje verzameld en dit moest pro­bleemloos weer de nieuw ontworpen geldinworp passeren. Alleen kauwgom of spuwen en lijm in de geldinworp gleuf deed het apparaat verstoppen. Smerige was het altijd als er een kroket in de geldinworp was geperst. Dit ging n.l. vies stinkend schimmelen. Mijn grote strijd is altijd voorkomen van vernie­lingen geweest. Doordat er geld in de 3-D kijkkast aanwezig was werd de kast nog wel eens zeer hardhandig met een zwaar breekijzer of betonschaar open geknipt. Zelfs de later gebouw­de kasten van 2 mm. dik roestvrij staal waren niet bestand tegen deze vernielzucht. Per jaar werden wel zeker twee 3-D diakasten volledig vernield. Het erge was dat ook altijd de originele 20 3-D dia’s kapotgeslagen waren. Deze moest je dan ook weer over fotograferen en inramen. De vernielingen waren soms zo groot dat de 3-D automaat van de paal was verdwenen en volledig gesloopt ergens tussen de struiken lag. Zelfs heb ik eenmaal de volledig uit de grond gegraven paal in zee terugge­vonden. Als ik iemand op vernieling had betrapt en ik deed aangifte bij de politie vanwege reparatiekosten dan werd door de politie nooit er verder werk van gemaakt en de vernieler hoefde ook geen schadevergoeding te betalen. In België werd de dader niet eerder uit het politiebureau vrijgelaten voor dat hij de schadekosten van zijn vernieling had betaald. In Neder­land is het nog altijd zo bij berechting van een misdadiger dat de misdadiger wordt door justitie en sociale instellingen beschermd en begeleid. Maar de gedupeerden wordt niet geholpen en krijgt geen bescherming, deze is vogelvrij verklaard. In België is dat andersom. In 1967 hebben Greet en ik een nieuw te bouwen woonhuis in Vianen gekocht. Als werkplaats was er een van de 11 garage­boxen bijgekocht. Via de tuinschuur kon ik in deze garage komen. In 20 december 1968 zijn Greet Hofstee en ik samen in Vianen getrouwd. Al spoedig was er voor mijn bedrijfje ruimte tekort en besloot ik er nog een naastliggende garagebox bij te kopen en een deur in de tussenmuur te maken. Uiteindelijk heb ik 6 garageboxen gekocht en heb zodoende mijn bedrijf in deze ruimten aan huis. De 5 kanalen stereogeluids­versterker die door een professioneel bedrijf was gebouwd was niet van een betrouwbare kwaliteit. Tijdens geluidsdemonstra­ties wilde er nog wel eens een geluidskanaal uitvallen of ging het hevig brommen. Als je de versterker open maakte zag je als het ware een spinnenweb. Alle draden waren van links naar rechts verbonden en er was nog niet de techniek van de moderne printplaat toegepast. De versterker was eigenlijk een onbe­trouwbaar stuk ellende. Mijn buurman (Gerrit van de Berg) die elektrotechnicus was en zelf geluidsinstallaties bouwde wilde wel voor ons een nieuwe moderne 5 kanalen versterker bouwen. Het was een grote uitdaging voor hem. Hij wilde nog oude buis­lampen gebruiken. Voor ieder versterker deel waren er reser­veprintplaten gebouwd. In 1968 was de versterker klaar. Het was een juweel, alleen hij had een klein bezwaartje; n.l. als je het geluidsvolume hard zette dan ging alles fluiten piepen en brommen. Dit probleem heeft hij nooit kunnen oplossen. Ik moest er in de zaal mee leren leven. Doordat wij nu een mooie geluidsinstallatie hadden besloot mijn vader om als extra programma onderdeel na de stereodia show nog een gelegenheid voor een dansje te geven. Dus moest ik als niet dansliefhebber de dans openen. en de dansmuziek verzorgen. Dit vond ik per­soonlijk een zeer slecht geslaagd idee. Vooral omdat je pas zeer laat in de nacht de apparatuur kon inpakken en dan nog naar huis moest rijden. Slaapproblemen tijdens de autorit naar huis was voor mij een grote strijd. Toen de stereofonie alge­meen bekend werd en een goede stereogeluidsinstallatie gewoon in de windel te koop was besloot ik met de stereofonische geluidsdemonstraties te stoppen. De kennismaking met de heer Brandsma van Minerva foto in Arnhem, die handel dreef in optiek, glasfilters en zelf lenzen bouwde, was heel belangrijk voor mij. Deze man leerde mij wat optiek was en hoe het te gebruiken. Thuis bij de heer Brandsma, die vrijgezel was, was het een enorme troep en zeer ongeorganiseerd. Met overal stapels boeken, couranten en los slingerende lenzen. In zijn keuken stond een draaibank, een glassnijmachine en polijstma­chine. Hij was erg ingenieus en verzon en maakte de meest vreemde optische apparaatjes. Later bleek dat hij eigenlijk niets van stereoscopische fotografie wist. Ik ben altijd zijn 3-D adviseur geweest. Tot zijn dood in 1988 heb ik een vriendschappelijke band met hem gehad. Mijn vader (Martin Arie de Wijs, geb. 20 november 1900 te den Haag) kreeg het onaardige idee om in December 1970 tijdens ons winterprogramma in Utrecht in de blauwe zaal van de stadsschouwburg een te zware fautuil op te tillen om te verplaatsen waarbij hij opeens erge buikpijn kreeg. Die avond is de show nog redelijk verlopen maar 4 dagen later was hij overleden. Het overlijden van mijn vader gaf een grote ommekeer in mijn werk. Tot nu toe was ik tijdens zijn stereoshows altijd zijn hulpje geweest en er ook naar betaald. Maar nu kreeg ik de kans om mijzelf waar te maken. Al mijn vooruitstrevende ideeën die geld kosten en die hij daarom tegenhield kon ik eindelijk ten uitvoer brengen. Ik moest vanwege de vaste afspraken diezelfde week nog alleen op pad en de 3-D show zelf verzorgen……Alleen het grote ouder­wetse projectieframe opzetten, dat lukte niet. Dus al zeer snel had ik een nieuw ontworpen buizen frame waardoor ik helemaal alleen het grote 3-D zilverscherm kon opbouwen. De grote 5 kanalen stereoversterker heb ik vervangen door een kleinere goed werkende twee kanalen transistor versterker die ook door de buurman werd gebouwd. De Duitse Pits Barhmach stereoprojector begon na 10 jaar intensief gebruik wel echt oud en uit de mode te raken. In 1970? ben ik begonnen om zelf een super stereoprojector te bouwen. De verlichting moest sterker zijn, er werden 3 halogeenlampen 800 Watt 220 Volt ingebouwd en de projector moest minder koelmotor geruis geven. De projector werd een vreemd idee n.l. op één handbediende diaschuif kon je zowel stereo diaparen projecteren en tegelijk zat naast de stereoafdeling een grote 60×60 mm. diaprojector. Er was nog ruimte over om een panorama projectiebeeld te projecteren. Maar dat deel is nooit afgemaakt. Ik kon nu een grote 60×60 mm. vlakke dia projecteren en als ik op deze dia ergens een zwart vierkantje plakte dan kon op het zwarte vlak op het projectiescherm tegelijk een stereoscopische dia erin geprojecteerd worden. Deze wonderprojector viel echter zo groot uit dat hij niet in een deel te was te vervoeren. De twee kisten waren zo groot dat ze amper in de auto pasten. Dit was alleen niet om te doen. Toen in de Nederlandse vereniging voor stereoscopie, ofwel die eerst…….. werd genoemd en opgericht is door Ben Verhey, Co Ferwerda en Joop Willink, heb ik tijdens de eerste samenkomst in Soestdijk met deze reuzenpro­jector de eerste stereoprojectie verzorgd. Co Ferwerda had toen zijn eigen twee losse Leitz projectoren mee genomen maar heeft deze niet gebruikt. Vanaf die dag heb ik op één bijeen­komst na al de 20(?) jaar voor de Ned. Ver. voor stereofoto­grafie de stereoprojectie verzorgd. Dit werd gewoon een vast­staand begrip. Ik nam in de auto de gehele technische appara­tuur zoals geluidsinstallatie projector en scherm naar de verenigingsbijeenkomsten mee en zorgde ervoor dat voordat het bezoek voor de vereningsdag binnenkwam alles netjes gebruiks­klaar stond opgesteld. Tijdens de korte vakantieritten met onze Citroën 2CV door Europa zijn greet en ik als vakantiedoel antiequertjes gaan ‘pesten’ n.l. wij zochten oude antieke stereocamera’s en stereokaarten. Deze hobby begon in ± 1971. Frankrijk was ons doel want daar was nog wel wat voor weinig geld te vinden. Wij hadden n.l. praktisch geen geld om een goede vakantiereis te maken dus echte mooie dingen konden wij niet kopen. Dit verzamelen van antieke stereoscopische fotoap­paratuur werd steeds meer ons vakantiedoel. Waardoor de col­lectie snel begon uit te groeien tot een mooie verzameling. Het werd bij de stereoclub bekend dat ik dit oude spul verza­melde waardoor ik van vele kanten mooie apparaten kreeg aange­boden. Zo stond op een avond de van de ‘Galleries Modernes’ bij mij op de stoep en bood mij een enorme verzameling tover­lantaarnplaatjes aan. Later stond hij met een doos vol oude stereokaarten bij de voordeur. Hij zei dat er ook zo een paar zilverachtige stereofoto’s bij zaten. Hij zei dat die wel F 35,– per stuk waard zijn. De hele volle doos moest F 400,– kosten. Greet was het niet helemaal eens met deze dure aan­koop, want zij moest uiteindelijk met weinig geld de eindjes aan elkaar knopen. Het bleken 8 stereoscopische Daqueriotypiën  te zijn: Uitbeeldend eeen groepje Franse toneelspelers. Later het ik er één voor F 10.000,– verkocht. Door de aanschaf van een Telefunken stereobandrecorder in ± 1972 leerde ik in Utrecht de radio en TV onderhoudsmonteur Ben Dons kennen. De splinternieuwe bandrecorder bleek een door de fabriek verbouwde mono bandrecorder tot stereorecorder. Alleen de twee inge­bouwde voorversterkers bleken van verschillende sterkte te zijn. Ben Dons besloot om zelf eens een stereo projectie en stereofonische geluidsdemonstratie bij te wonen. Hij consta­teerde ook dat de bandrecorder voor mijn doel van slechte kwaliteit was en adviseerde een betere Dual bandrecorder. Hij was zo enthousiast over het 3-D effect tijdens de stereoshow dat hij tegelijk zelf met de stereofotografie als hobby begon en tegelijk lid van de 3-D club werd. Tijdens de 3-D stereo­club verenigingsdagen hielp hij altijd mee de apparatuur op­stellen en verzorgde als manusje van alles de verlichting en technische elektronica problemen. Ik heb veel steun van hem gehad om mijn elektronische problemen op te lossen. Door een meningsverschil met het bestuur van de 3-D club tijdens een stereoclub bijeenkomst waar de Path Whithouse show werd ver­toond is Ben niet meer naar de bijeenkomsten gekomen. Door een tip van Ben Dons kreeg ik te horen dat er in Gorichem een handelaar van de Berg, in antiek en tweedehands goederen, een partij mahonie­houten panelen had staan waarin grote kope­ren lenzen als stereokijker waren gemonteerd. Ik ben met Greet gaan kijken en kwamen in Gorichem in een echt zwaar vervallen opslagloods terecht. Waar het zwaar regenwater lekte. en alles onder de vogelpoep zat. In een hoek stonden twaalf zwaar vervuilde mahoniehouten panelen van ± 1 meter breed en 1,40 meter hoog met er in gemonteerd de sterk verweerde lensdoppen. Het meubel wat niet meer compleet was bleek een Kaizerpanorama te zijn. Het Kaiserpanorama is een groot rond meubel met een diameter van bijna 4 meter opgebouwd uit 12 houten panelen. In ieder paneel zijn twee grote koperen lenzen als stereokijker gemonteerd. Binnen in het paneel is een draaiend mechaniek waarin 48 oude 90×180 mm. stereo glasdia’s zijn gemonteerd. Het mechaniek wordt of door een mens of door een uurwerk om de ± 20 seconden één dia doorgeschoven. De 24 mensen zitten op stoeltjes rond om het apparaat en kunnen nu in de stereoscopie in 20 minuten een serie antieke 3-D foto’s zien. De heer v.d. Berg vertelde dat hij als kind zijn vader hielp om het Kaizer­panorama te exploiteren. Tijdens kermissen en feestdagen werd het Kaiserpanorama rond ± 1910 in Gorichem en omgeving ge­bruikt voor het laatst stond het in Meerkerk tij­dens Koninginnedag in 1921 opgesteld. De heer v.d. Berg liet mij een paar half vergane foto’s zien hoe het meu­belapparaat er uit moest zien. Ik had geen flauw idee wat het moest voor­stellen. Want er ontbraken vele onderdelen en het mechanische binnenwerk. Alles wat er was overgebleven waren de mahoniehou­ten panelen, een kist vol met 24 petroleumlampbussen (de glazen waren kapot) + 5 kisten met oude stereoglasplaten (foto’s) en totaal verteerde perkamentpapieren lampionnen. Het vurenhouten frame was in de oorlogsjaren als brandhout opge­stookt. De eigenaar heeft het nooit willen verkopen omdat hij er zijn herinneringen als klein kind aan had. Hij wilde het nu wel verkopen als hij maar de garantie had dat de panelen niet als mahoniehout verwerkt zouden worden maar het moest weer als Kaizerpanorama gereconstrueerd worden. Ik heb de man beloofd dat ik het zou herbouwen en kon na bieden en loven de panelen voor F 2500,– kopen. Twee keer moest ik met de auto rijden naar Vianen want de panelen moesten op het dak gebonden worden van de Citroën 2CV. In 1969 kreeg ik kontakt met de heer C. de Heus van staatsbosbeheer. Hij ontwierp bezoekers­centra. Bij Nunspeet werd het bezoekerscentrum Het Zandenbos gebouwd. Hij stelde voor om stereodia automaten als voorlich­tingsmedia in de bezoekerscentra te plaatsen. In het Zandenbos werden twee omgebouwde kleinbeeld buitendia automaten geplaatst. In de apparaten waren 3-D dia’s van allerlei bos en boomsoor­ten te zien. Het publiek was zeer enthousiast over het 3-D effeckt en de duidelijke scherpe kwaliteit. In 1974 had ik 10 kleine roestvrij stalen dia automaten voor 7 stuks 60×130 mm. dia’s gemaakt. De 6×6 3-D beeldkwaliteit was voor het publiek fan­tastisch en fascinerend. In het bezoekerscentrum Het Zand­spoor zijn de eerste kleine dia automaten geplaatst. Als snel volgde de plaatsing van de 3-D dia automaten in het bezoekers­centrum op de Holterberg en de Weerribben bij Orsenzijl. De solide kwaliteit van de apparatuur, het mooie optiek en de goede scherpe 3-D dia’s waren de reclame voor de apparatuur. Mijn naamstikker op het apparaat was mijn enige reclame die ik had. Inmiddels had ik zo een 70 3-D dia automaten langs de weg en in de bezoekerscentra’s staan. De dia automaten die zeer zwaar en solide waren gebouwd maakten tijdens het gebruik in de bezoekerscentra veel lawaai. In 1975 ben ik een nieuw model gaan ontwerpen. Het werd een houten buitenkast met op een roestvrijstalen frontplaat 2 zeer grote φ 37 mm. fixedfocus optieken geplaatst. Aan de zijkant van het apparaat was een grote knop waarmee de 3-D dia’s die op een ronde trommel waren bevestid kon worden doorgedraaid. Om de trommel precies op zijn juiste plaats te laten stoppen hield een nylon blokje onder veerspanning de trommel tegen. Door met een snelle draai aan de knop de trommel snel te transporteren kreeg je een vreselijk ratelend lawaai te horen. In de bezoekerscentra werden de beheerders gek van dat als maar ratelend geluid. Het jonge pupliek vond het prachtig om de knop zo snel mogelijk rond te draaien, zodat de dia- automaat als een miterieursalvo er op los ratelde. Deze constructie was hoorbaar een slecht systeem. Van dit type zijn er dan ook maar 10 stuk van ge­maakt. In 1976 is het nu nog altijd in gebruik zijnde model met handel voor het transport van de dia in gebruik genomen. De door­snee in de 2e hands handel zijnde diaviewers, waren in mijn ogen slecht tot zeer slecht. Je kon met een bril op niet eens de hoeken van een 24×24 mm. dia zien. Ik besloot eens om zelf een viewer te bouwen. In 1975 had ik een roestvrijstalen viewer gemaakt, die een scherpte instelhandel en lensbasis verschuiving had. De lensen waren samengesteld uit twee achter elkaar geplaatste achromaat lenzen met een φ 33 mm. en een brandpunt van F=100 mm.. Dit principe van lens samenstelling heb ik zelf ontwikkeld en nu al ruim 20 jaar gehandhaafd. Het publiek vond de nieuwe viewer een enorme verbetering wat betreft de kijk kwaliteit. Je kon zelfs volkleinbeeld 24×36 mm. stereodia’s tot in de hoeken scherp en zonder vertekening zien. Van dit eerste model zonder lichtafsluitdeksel, zijn er maar 2 stuks van gemaakt. In 1975 is er een model met een klepje voor lichtafsluiting gefabriceerd. Van dit model zijn er 20 stuks van gemaakt. De grote gok was om tezamen met Co Ferwerda, Joep Willink en de fam. zur Kleinsmiede het eerste internationale stereoscopische congres te organiseren. Dit moest in mei 1975 plaatsvinden. Wij wisten absoluut niet of er wel of niet veel mensen zouden komen en of wij technisch gezien een succes zouden zijn of als slechte presentatie zouden afgaan. Ik had de technische verzorging en de 3-D diaprojectie als taak op mij genomen. In Wageningen werd een grote zaal en hotelaccomodatie in het …… Centrum gehuurd. Het congres zou in totaal 5 dagen duren. Het was voor mij de grote uitdaging om een goede stereoprojec­tie te presenteren. Voor het congres heb ik een nieuwe veel compakter en licht­sterkere stereoprojector gebouwd met voorna­melijk Leitz op­tiek. Het is een handbediende projector voor zowel kleinbeeld losse dia’s, verbonden paren 41×101 mm. dia’s en 60×130 mm. dia’s. Om de lichtsterkte optimaal te krijgen was het conden­sorsysteem voor het juiste diaformaat en brand­punt projectie­lens aan te passen. De projector ‘de stereofiel’ genaamd was geruisarm en een temperatuur op de glasdia van 38 °C en heeft 2x 24×250 Watt halogeen lampen die met een span­ningsregelaar en ingebouwde voltmeter precies op volle span­ning wordt gehou­den. De brandpunten van de projectielenzen konden inclusief de condensorlenzen variëeren van F 60 mm. tot F 200 mm. Het woord stereofiel dat stereovriend berekend heb ik tijdens mijn lezingen rond 1972 verzonnen en is nu in de vereniging een begrip geworden. In de ogen van de bezoekers was het de meest perfecte stereoprojector die ooit gebouwd is en voor grote zalen bijzonder geschikt en lichtsterk was. Tijdens het con­gres projecteerden wij op een 3×3 meter zilver­scherm. De hele diashow was voor de bezoekers uit 13 verschil­lende landen een unieke belevenis. Tijdens het congres werd al bepaald dat in 1977 in Parijs het 2º internationale stereocon­gres zou worden gehouden. Door de heer Soulas van de Franse stereoclub werd ik gevraagd om ook tijdens het Franse congres de totale techni­sche leiding en de 3-D projectie te verzorgen. Met greet tesamen zijn wij daarvoor met propvolle auto naar Parijs gereden Ook hier was de projectie met de stereofileprojector een succes. Het zelfde liedje herhaalde zich weer en ik werd gevraagd om ook in 1979 in Engeland in het stadje York tijdens het 3º internationale congres de projectie te verzorgen. Naast de projectie had ik in York ook een tentoonstelling van tech­nische 3-D apparatuur die ik zelf bouwde. De leden van de Engelse stereoclub waren zeer enthousiast over de kwaliteit. In Engeland was alleen de Hawk stereoprojector bekend en slechte diaviewers. Ook het 2º Engelse ISU congres in ….. heb ik weer de gehele technische presen­tatie verzorgd. Ook hier werd een workshop gehouden waaraan ik heb deelgenomen. Steeds meer belangstel­ling kreeg ik voor de kwaliteitsartike­len die ik maakte waar­door ik ook steeds meer apparatuur moest bouwen en leveren. Tegelijk een week na het congres in Enge­land was er iik een landelijke bijeenkomst van de Duitse stereoclub in Keulen. Ook hier was ik weer de gene die de stereoprojectie moest verzor­gen. Het positieve deel vond ik altijd de goed verzorgde excursies en de vele interna­tionale contakten die je legde en de vrienden die je er aan over hield. Tijdens het 100 jarig bestaan van de Duitse stere­oclub heeft de Duitse vereniging tijdens de Fotokina beurs in Keulen een grote tentoonstelling over de geschiedenis van de stereo­scopie georganiseerd. De heer Paul Volkman die een van de grootste oude fotoapparatuur verzamelingen van Europa heeft, verzorgde de collectie oude stereocamera’s. Ik verzorg­de de afdeling nieuwe apparatuur door mijn dia- automaten en stereo­dia’s + viewers te laten zien. Tienduizenden mensen hebben deze tentoonstelling bezocht. Jammer genoeg is tijdens deze tentoonstelling mijn foto en plakboek met fotowerk over mijn werk door een onaardige bezoeker meegenomen. In dit fotoboek zaten de orginele polaroid foto’s van het Kaizerpano­rama dat ik toen nog bezat. Door de ongeveer 65 Toeristen service diakasten langs de openbare weg werd ik langzamerhand bekend wat betrefd de stereoscopische apparaten en de 3-D fotografie. Ook de stereoprojectie shows werden zo een succes dat ik in de wereld van de stereoscopie begon mee te tellen. Zo kreeg ik in 1975? kontakt met de oogfotograaf de heer Albert Aandekerk en oogchirurg dr. Frits Treffers. Deze 2 mensen wilden de stereo­scopische fotografie meer gaan toepassen voor de voorlichting van medische studenten in de oogheelkunde. Er werd in Rotter­dam in de oogheelkundige kliniek een werkvergadering gehouden waar ik mijn stereodia- automaat liet zien. De aanwezigen waren zeer enthousiast over de resultaten en deze bijeenkomst werd het begin van mijn intrede met de stereoscopie in de medische wereld. Dr. Treffers en Aandekerk zijn van werkkring overgegaan naar het Universitaire Radbout Ziekenhuis te Nijme­gen en zijn zich meer met de stereoscopische oogfotografie gaan bezig houden. De wederzijdse contakten betreffende de 3-D fotografie en 3-D projectie verliepen leerzaam en vooruitstre­vend. De foto- afdeleling van oogheelkunde van het Radboutzie­kenhuis kocht twee strereodia- automaten voor de voorlichting van studenten door middel van 3-D dia’s van de Fundus opnamen van zieke ogen. Ook heeft de afdeling oogheelkunde van de Leidse faculteit daarna een 3-D diakast gekocht en het oog­heelkundige ziekenhuis Leiweg te den Haag. In samenwerking met de heer Brandsma heb ik een eigen stereoprojectie lens ontwik­keld die het mogelijk maakt om met één enkele diaprojector toch stereoscopische dia’s te kunnen projecteren. De nieuwe lensbus bevatte daarvoor twee kleine projectielenzen die tesamen in hoogte en lensbasis verstelbaar zijn. Twee inge­bouwde glaspolarisatiefilters maakte er een complete stereo­projectielens van. Met dit systeem kon ik nu stereohalfklein­beeld dia’s in een 50×50 diaraampje perfect in 3-D projecte­ren. Later hebben wij een grotere 3-D lensbus voor de Rollei 6×6 diaprojector gebouwd. Met deze 3-D projectielens kan volledige 23×36 mm. in 3-D geprojecteerd worden. Voor dit systeem moesten wel speciale 3-D diamaskers gemaakt worden. De ontwikkeling van de twee typen 3-D projectielenzen hebben veel technische problemen gehad maar uiteindelijk is de kwaliteit van de lens en het resultaat een groot succes geworden. Alhoe­wel er, vanwege de hoge kostprijs van ± F 1600,–, niet veel van geproduceerd en verkocht zijn. Na het overlijden van de heer Brandsma heeft Arnold Telkamp, die als leerling fijnin­strumentmaker regelmatig als hulp bij de heer Brandsma werkte,  deze 3-D projectielenzen technisch verbeterd en er zeer fraai optiek van gemaakt. Tijdens een projectiedemonstratie onder leiding van de heer A. Aandekerk in het Radboutziekenhuis werd ook de firma Zeisz uitgenodigd om hun 3-D projectiesysteem te demonstreren. Jammer genoeg was het resultaat met de Zeisz 3-D projectielens slechter als mijn 3-D projectielens en heb ik zodoende een 3-D projectielens kunnen verkopen en kon de firma Zeisz zonder order naar huis gaan. De heer Aandekerk heeft mij regelmatig op de hoogte gehouden en betrokken in de ontwikke­ling van de 3-D fotografie in de medische wereld, waardoor ik steeds meer inzicht kreeg in de professionele 3-D foto- appa­ratuur. Later in de jaren ’80 hebben wij met een TV- video projectiesysteem geëxperimenteerd om door gebruik van twee videobeeldprojectoren + polarisatiefilters om een oogoperatie live voor een groep artsen te demonstreren. Dit experiment verliep zeer goed. Het stereoclublid Klaas Zuidersma die in Nijmegen een zaalverhuurbedrijf had kocht in ….. een Realist macro stereocamera. Zijn 3-D macrodia’s waren zo mooi dat ik besloot om zelf ook een Realist macrocamera te kopen. De resultaten waren fantastisch. Vooral toen ik een extra licht­reflectie plaatje onder in het zoekerframe plaatste. Door dit plaatje werden de donkere schaduwen iets opgelicht terwijl  ik toch maar één flitser gebruikte. Met deze camera is een totaal nieuw 3-D fotogebied ontstaan. Ik kon nu bloemen en insecten fotograferen en een kwaliteit van 3-D macro fotografie aan de natuurbezoekerscentra laten zien die ze nog nooit eerder gezien hadden. Tegelijk moest ik weer meer nieuwe 3-D dia- automaten plaatsen. De Realist macrocamera was voor de amateur fotograaf veel te duur n.l. compleet met voorzetlenzen F 2100,– De importeur kon ze niet verkopen. Om concurentie in mijn macro 3-D fotografie te voorkomen heb ik de 2 resterende Realist macrocameras bij de importeur voor een zacht prijsje opgekocht. Totaal heeft de importeur er 11 stuks van in Neder­land verkocht. Door de zeer fraaie resultaten met de 3-D macrofotografie nam ook de vraag naar stereoprojectiedemon­straties bij het verenigingsleven toe en was ik in de winter s’avonds veel in sneeuw, mist en ijzel onderweg om lezingen te houden, soms wel 5 avonden in de week. Meestal vertrok ik dan met de volgeladen auto en het grote 3×3 meter projectiescherm op het dak om 4 uur s’middags en was dan meestal om ± 2 uur s’nachts weer thuis en had dan F 150,– die avond verdient. Merkwaardig was dat ik voornamelijk in Noord-Holland, Frie­sland en Groningen bekend was en er zodoende veel lezingen in het noorden van Nederland hield. Zelfs ben ik in de winter tijdens zware ijsgang met de volgeladen auto per veerpontboot naar het eiland Terschelling gegaan en later ook naar Vlieland en Texel. In het zuiden van Nederland kwam ik weinig. De R.K. kerk had in die tijd nog veel macht bij het verenigingsleven daarom moest ik eerst een volledig programma tekst naar de vereniging en mijnheer pastoor sturen zodat zij konden nagaan of mijn programma niet aanstootgevend was. Ik wilde niet aan deze verzoeken mee doen dus kreeg ik oog geen aanvragen voor lezingen. Mijn ervaring was dat als mijnheer pastoor dan meestal op de voorste stoelenrij in de zaal aanwezig was, mijn lezing niet spontaan kon zijn want als er iemend om mijn grapjes lachte, dan keek meneer pastoor vermanend om, om de persoon tot stilte te dwingen. Een keer is het zelfs zo verlo­pen, dat ik moest om 8 uur de lezing beginnen maar niemand, zelfs het bestuur was nog niet aanwezig, maar opeens gaan de kerkklokken van dse tegenover de dorpszaal gelegen kerk luiden en tot mijn grote verbazing kwam een menigte mensen uit de kerk en liepen met mijnheer pastoor voorop over het plein naar de zaal waar ik stond te wachten. Wie weet wat voor gebed ze voor de goede afloop van mijn lezing in de kerk hebben gehou­den.

Het houden van lezingen met de stereoscopische projectie-show en de 5 kanalen stereofonische geluidsdemonstratie, die tesa­men 160kg.wegen, was echt zwaar werk, vooral als je de gehele instalatie vanuit je soms ongelukkig geparkeerde auto over een met palen afgezet plein moest versjouwen naar de grote zaal op de tweede verdieping van het verenigingsgebouw. Soms was je alleen met het sjouwen al een uur bezig en daarna kon je dan alles in de zaal gaan opstellen, en na afloop van de voorstel­ling kon je dan weer de 3-D brillen inzamelen, de installatie afbreken en de apparatuur weer naar beneden sjouwen en ten­slotte over het fraai aangelegde afgesloten plein naar je auto brengen. En wonder boven wonder bij het begin en na afloop van de voorstelling was er zoals gewoonlijk niemand van de vereni­ging, die je even kon helpen. Bij 80% van de voorstellingen stond je er echt alleen voor. Verkoudheid of griep was geen excuus om die avond geen voorstelling te houden. De show must

go on, de zaal met publiek zat te wachten.

Mijn zwaarste dag wat betreft de stereoshow was in ergens 1973, toen ik een lezing heb aabgenomen in Havelte. De af­spraak was s’ochtends een kindervoorstelling voor schooljeugd,

s’middags kindervoorstelling voor de grotere (lastiger) jeugd

en s’avond voor de vereniging van ’t Nut v.h.Algemeen met als extra toegift na de lezing nog gezellig dansen na, begeleid door de stereofonische muziek die ik ook nog zefl moest uit­zoeken en verzorgen. Mijn eigen grammafoonplaten waren schijn­baar niet up to date, dus het publiek ging zelf thuis platen halen. Het dansfeestje duurde tot 1 uur s’nachts en daarna kon ik weer alleen de hele boel gaan inpakken. Om deze dag, die

F 300,– incl.autokosten, opbracht te verzorgen, ben ik s’och­tend om 4 uur opgestaan en de auto gaan inladen en uiteinde­lijk was ik de volgende dag s’ochtend volledig gebroken om 6 uur thuis. Zo iets heb ik nooit meer georganiseerd.

Tijdens de nachtelijke terugrit van zo’n lezing naar huis, kreeg ik altijd last van slaap. Dus meestal even op een stil plekje langs de weg gaan staan en slapen. Tijdens het, onder een grote deken, in deauto slapen, is s’nachts heel zachtjes mijn achterklep van de auto door dieven geopend en werd mijn auto uitgeladen. Ik werd wakker van het bewegen van de auto en kon na luid vloeken de dieven verjagen. Ook werd tijdens het slapen een keer aan beide kantendoor twee auto’s zo dicht langs mijn portieren gereden, dat ik ze niet kon openen en er dus niet meer uit kon. Door het opengedraaide portierraam kreeg ik te horen dat de mannen z.g. van de politie waren en

ze mij op drankgebruik moesten controleren en of ik maar even mijn portefuille met de autopapieren wilde geven. Maar ik vertrouwde het niet en inplaats van mijn autopapieren te pakken, greep ik mijn stilettomes, dat ik altijd in de auto bij me had. Klikte het mes open en bedreigde de ,mannen ermee.

Deze kozen snel het hazepad en ik kwam met de schrik vrij. s’nachts langs de weg was het op het laatst niet meer veilig om even te rusten.

Tot aan 1985 heb ik nauwkeurig het aantal gehouden lezingen op lijsten bijgebouden, het waren er ruim 1500. Door de andere drukke werkzaamheden ben ik gestopt met het vele lezingenhou­den en het bijhouden van het aantal op de lijst. Na ruim 25 jaar lezingen houden vond ik het in 1990 wel genoeg. Ook omdat de autoonkosten te door werden. Om zonder reparaties en auto­pech te rijden, kocht ik nl. iedere twee jaar een nieuwe auto.

In totaal heb ik tot 1995 ± 1483000km gereden.

3 bromfietsen, 4 Heinkelscooters, 2 DKW motorfietsen, 11 Citroën 2CV, 4 Citroën GS en 4 Opel Kadet Station, 1 BMW motorfiets + 1 motorfiets nieuw gekocht.

Door een slecht financieel beleid en de ruzies van 4 broers onder elkaar is de firma Mattijssen Metaalconstructie, die aan de Nieuwekade te Utrecht was gevestigd, failliet gegaan. Doordat Frits Mattijssen van karakter een zeer goedaardig mens was is hij er financieel en geestelijk door het faillisement onderdoor gegaan en werd werkeloos. In 1976 kwam hij bij mij vragen of ik werk voor hem had. Door de grote drukte kon ik wel een hulp gebruiken. Frits Mattijssen heeft uiteindelijk 2 dagen per week, 11 jaar lang, bij ons gewerkt. Ik heb een enorme goede leerschool in de metaalbewerking van deze vroege­re direkteur gehad. Als mens was hij een zeer prettige man, die een paar gouden handen had en mij de fijne kneepjes van het vak metaalbewerking leerde. Hadden wij grote zware metaal-

constructies te maken, dan ging Frits bij zijn broer, die nog wel een groot Metaalconstructiebedrijf had, voor mij soms weken lang daar werken om kijkkasten en palen te maken. Zo­doende kwam ik redelijk goedkoop aan nieuwe apparatuur. Ons privé huishouden is altijd eenvoudig en zonder luxe geweest, zodoende konden Greet en ik nog wel eens een leuk antiek voorwerp kopen. Doordat wij tijdens onze korte vacantiereizen

altijd op stille plekjes langs de weg in de auto sliepen, waren onze vacanties altijd goedkoop. Wij hadden de citroën 2CV vanbinnen van een plankenvloer voorzien, waarop twee luchtbed­den naast elkaar pasten. Op het dak had ik een speci­aal impe­riaal laten maken, dat zeer snel uitschuifbaar was en om de bouwen tot een grote aanbouwluiveltent aan de 2CV auto. Tij­dens en kamperen in de auto hebben wij enkele, toen het nog oostbloklanden waren, nare belevenissen gehad. Zo sliepen wij in de auto in 1969 in 1967 in Tjechoslowakije ergens op een stil plekje in de bossen toen opeens een grote helicopter met zoeklichten het gebied afzochten en tenslotte onze auto vonden en er wel een kwartier op ± 50m.hoog boven ons hingen en maar met de schijnwerper ons en de omgeving belichten. Tijdens die reis heb ik veel stereodia’s van het leven en landschap ge­maakt, alleen hadden wij steeds het gevoel dat wij gevolgd werden door afwisselende personen.

Tijdens een vacantietrip in Yoegoslavië stonden wij met de auto aan een ruizende rivier toen in het donker opeens onver­wachts een boer uit de omgeving achter ons stond en ons prui­men aanbood en probeerde een vriendschappelijk gesprekje te voeren. Maar het taalprobleem maakte dat onmogelijk. Die nacht toen wij in de auto sliepen hoorden wij onder de auto gerommel aan de potjes en pannetjes. Ik keek met de zaklantaarn vanuit de auto in en rond de omgeving en zag niemand. Dus zal het wel een egel of zoiets zijn geweest, maar de volgende ochtend bleek wel onze laarsen gestolen te zijn. Het ergste wat je tijdens het kamperen kan overkomen, gebeurde in Spanje.

We hadden een zeer rustiek rustig plekje aan een kabbelend beekje in een mooi bergdal gevonden. Gezellig werd er aan de ruizende glasheldere beekje gekookt en voorbereidingen voor de nacht gemaakt. De 2CV auto werd weer als slaapkamer ingericht. De rivier was wel erg lawaaierig en wild stromend. Wij gingen met donkerworden slapen, maar langzamerhand betrok de hemel en begon het te regenen, met later zware onweersklappen en steeds zwaardere regen. Ik kon niet in slaap komen. Ook Greet kon niet slapen. Ik vroeg haar waarom ze zo lag te wiebelen, waarop zij zei, dat ze gewoon stil lag. Opeens kreeg ik het gevoel of de auto bewoog. Ik deed de deur open om naar het regen en onweer te kijken. Tot mijn stomme verbazing was er rond om ons heen een donde­rende snel­stromende rivier, waar wij midden in stonden. De auto dreigde naar de hoofdrivier ge­spoeld te worden. Dat was de oorzaak van het wiebelen. In het pikkedonker en plen­sende regen, afgewis­seld met bliksem en donderslagen, sprongen wij uit de auto en probeerden met motorkracht uit de stromende rivier te komen. Maar dat lukte niet. De losse keien in het stromende water spoelden gewoon weg. De auto werd ook meege­sleurd. Als eerste moest ik mijn bagage redden. In grote plastic vuilniszakken werden de 3 camera’s en filmmateriaal + autopapieren gedaan en bij het licht van de zaklantaarn met een touw vastgebonden in een boom, die nog bovenwater uitstak. De auto dreef steeds verder naar de hoofdrivier. Als voorzorg bond ik met een lang touw, dat ik altijd bij me heb de drij­vende auto aan een boom vast. Verderop stond nog een autootje in de zelfde situatie aan de rivier. Ik ging om hulp vragen of deze mensen ons konden helpen. Dat wilde de man wel als ik hem eerst hielp op het droge te komen. Zijn zeer zwaarlijvige vrouw bleef ik de auto zitten en wilde niet helpen duwen. Nadat vrij makkelijk hun auto op het droge stond hebben deze man en twee voorbijko­mende vrachtwagenschauffeurs  onze auto uit de river getrok­ken. De motor kon nog draaien. Dus toen ik uit de rivierbed­ding was getrokken wilde ik naar de droge wil rijden, maar in het pikke­donker en plensende regen zag ik weinig. Terwijl ik door het ± 20 cm.hoge water reed kwam ik opeens voorover duikend met de voorwielen in een grindput gerecht. De zaak was hope­loos. Van alle kanten stroomde kleine donderende rivier­tjes van uit het bergland naar de hoofdri­vier, die zeer snel ging stijgen. Met behulp van één man zijn wij in het grindgat gesprongen en hebben samen de neus van de auto omhoog getild en achteruit uit het grindgat geduwd. In noodsituaties merk je pas hoe sterk je kan zijn. Tenslotte zijn wij weer op de droge ri­vierbedding gekomen, maar alles wat in de auto lag was door­nat. Alleen de camara’s waren droog gebleven. Die nacht zijn we in een hotelletje gaan slapen. En de volgende dag besteed met het drogen van alle bagage.

Na 1975 wordt het verzamelen van oude en antieke stereoscopi­sche apparaten, foto’s en camera’s een hobby en tevens een gezellige bezigheid. Greet en ik zijn er langzamerhand aan verslaafd. De oude apparaten waren nog niet duur en nog be­taalbaar. Het restaureren van het oude Kaiserpanorama begint zodanige vormen te krijgen, dat het op het laatst als een echt meubel in het rond kon samengesteld worden. Thuis in Vianen plaatste ik eerst het frame en later het hele complete Kaiser­panorama voor ons huis op het gemeen­tegazon. Tijdens het werken had ik veel publieke belangstel­ling van de wandelaars en niemand begreep wat het moest wor­den. Wij verzamelden zoveel oude stereoscopische apparatuur, dat ons huis langza­merhand propvol werd. Wij kregen opeens het onzinnige idee om een museum en theater over stereoscopische fotografie te beginnen. Vanwege mijn vroegere ervaring als toeringcar chauf­feur zag ik er wel brood in. Het probleem werd nu pas echt

groot want wij moesten een geschikte ruimte voor ons museum vinden. Eerst heb ik een bezoek aan de directie van het Pano­rama Mesdag museum te Den Haag gebracht en mijn plannen be­sproken. De direkteur was erg enthousiast om het Kaiserpanora­ma als grote atractie in hun museum te plaatsen. Met de belof­te dat hij mijn plannen zou uitwerken zou ik later meer van hem horen. Nu wacht ik als 20 jaar, maar nog steeds heb ik taal nog teken van de directeur gehoord. Graag had ik het museum in Vianen willen huisvesten. Maar daarvoor moest ik wel toestemming en ruimte van de gemeente organiseren. Ik heb nooit om financiele steun gevraagd, alleen om medewerking en vergunning. Om een indruk aan het gemeentebestuur van Vianen te geven wat ons 3-D Museum inhield en wat voor apparatuur en uitstraling het museum zou hebben werd er besloten om onze hele collectie apparatuur incl. het Kaiserpanorama in totaal uit te stallen in het huis Oud Amelisweerd, waar mijn moeder woonde. Ik was daar toch al in een kamer bezig het KP daar opgesteld te restaureren. De grote chinese(behang)kamer stond propvol 3-D apparatuur en fotomateriaal. De burgemeester en een paar wethouders van Vianen zijn komen kijken en waren zo enthousiast en onder de indruk van alle apparatuur en de zeldzaamheid, dat zij graag deze collectie aan het voltallige gemeentebestuur van Vianen wilden laten zien. Ik kreeg het verzoek van B.en W. om de gehele collectie in de grote Burger­zaal van het stadhuis van Vianen op te stellen en aan het gemeentebestuur te tonen. Twee dagen hebben wij er aan gewerkt om alle apparaten vanuit ons woonhuis naar de grote Burgerzaal te verhuizen en uit te stallen. Ik was zelf verbaasd hoeveel materiaal wij voor het inrichten van een museum hadden. De grote Burgerzaal was bijna te klein. De ………s’avonds kwamen al de gemeenteambtenaren + burgemeester en wethouders de collectie bezichtigen. Ze waren verbaasd en enthousiast om zo’n volledige en zeer zeldzame collectie stereoscopische fotoapparatuur en fotomateriaal te zien. Het KP stond prachtig opgepoetst als een groot rond meubel van 4 m. doorsnee, midden in de zaal. Tijdens een drankje werd er gediscuseerd wat de bedoeling van mijn voorstel was. Het besluit van B. en W. was uiteindelijk, dat deze zeer fraaie en unieke collectie + stereo-theater met zijn 3-D diaprojectie voorgoed in Vianen als museum een plaats moest vinden. De Culturele commissie zou een plan uitwerken en dit mij voorleggen. Ik wacht nu al weer 20 jaar en heb nooit meer iets van de gemeentebestuur en de culturele commissie van Vianen vernomen. Dus dit was weer een vergeefse moeite waarin veel werk en tijd is verloren gegaan. Wij besloten om een brief met onze plannen van het starten van een museum over de stereoscopiche fotografie te versturen aan toeristisch interessante gemeenten. Totaal 16 brieven hebben wij aan 16 gemeentebesturen toegestuurd. Drie gemeenten hebben de brief beantwoord. nl. Apeldoorn, Ede en Nieuwegein.  De gemeente Ede had een gunstig gelegen stuk bouwgrond waarop een museum gebouwd kon worden. Ik wilde als deal voorstellen, dat ik de grond gratis tot onze dood kon gebruiken in ruil voor de hele museumcollectie en het gebouw, dat ikzelf zou betalen. Alles zou na onze dood aan de gemeente worden geschonken. Om het gemeentebestuur te overtuigen moest ik een overzicht van onze collectie 3-D apparatuur en het KP + de 3-D diaprojectie tonen. Hiervoor heb ik een zaal in Ede bij het restuarant de Reehorst gehuurd en twee dagen erover gedaan om alles van Vianen naar Ede te verplaatsen en de zaal in te richten. Aan alle genmeenteleden en het gemeentebestuur werd eebn uitnodo­ging gestuurd eom in de Reehorst de museumcollectie te bezich­tigen. Ok de staatssecretaris van de provincie Gelderland was uitgenodigd. Deze vond het echter niet nodig om te komen kijken want er waren al genoeg musea in Gelderland. Door goede contacten met het hoofd van culturelezaken in Den Haag is hij door de grote baas toch gedwongen om naar de Reehorst te komen. Gepiekeerd ging hij op de achterste rij stoelen in de zaal zitten en is niet van dichtbij de collectie komen bekij­ken. Voor al de genodigde mensen van het gemeentebestuur van Ede is alleen de directeur van het gemeentemuseum te Ede komen kijken. Totaal zijn er 4 mensen komen kijken. Daarvoor heb je dan 4 dagen lang gesjouwd om alles te organiseren.Na langdurig beraad besloot de gemeente Ede niet op mijn voorstel van het vestigen van een 3-D museum in te gaan, want de verloren pachtopbrengst van de ± 1000m² grond zou geen goede ruil zijn voor het museum + inhoud, want ik kon misschien wel 80 jaar oud worden en dat gaf dan een nadelig saldo. Ik vond het een vreemde berekening want toen zou het gebouw en collectie ± F 500.000 waard zijn. Maar omdat niemand naar de expositie was komen kijken wisten zij niet waarover gesproken werd. Dit is een toeristen en recreatiebeleid van ambtelijke amateurs.

Tijdens een bouwbeurs kwam ik in gesprek met de gemeentevoor­lichting van de /gemeente Veenendaal. Ik vertelde mijn erva­ring met de gemeente Ede. De voorlichters waren verbaasd en zeer geinteresseerd in mijn voorstel. Binnen twee weken had ik een gesprek met de wethouder van Culturele Zaken van de ge­meente Veenendaal.Twee weken later was mijn plan bij B. en W. goedgekeurd en kon ik een stuk grond op het nieuwe aan te leggen kontorenpark aankopen. Voor F 100.000,– kocht ik een stuk gunstig gelegen bouwgrond en heb een bouwmaatschappij gevonden die voor ± F 450.000,– een heel compleet museumpand + ingebouwd woonhuis kon bouwen. De gehele organisatie verliep vlot. In het pand van twee verdiepingen kwam een woonhuis + werkplaats. Een 3-D projectiezaaltje voor 50 personen en een ruime tentoonstellingsruimte + koffiebar. Alles was goed geplant. Om aan geld te komen moest ik ons huis en werkplaatrs in Vianen verkopen en met een hypotheek tesamen was het haal­baar. Als inkomsten gokte ik toen nog populiar georganiseerde dagtoeren van toeringcarbedrijven. Met een behoorlijke hoge fooi was iedere buschauffeur wel te beinvloeden om toch even het 3-D museum te bezoeken. Maar ik kreeg problemen met de gemeente vanwege het parkeren van auto’s en bussen voor het museumpand op de openbare weg. Het gemeentebeleid was er op gericht dat ieder bedrijfspand zijn eigen parkeerterrein voor zijn bezoekers en personeel op eigen grond moest hebben. Voor dit probleem was en stuk aangekochte grond veel te klein/ Er was geen oplossing voor te vinden. Ook kreeg ik grote proble­men met de sanitaire en toegankelijkheid van het pand voor invaliderolstoelbezoekers. Wettelijke verplichtingen werden voorgeschreven. Dit probleem gaf een grote kostenverhoging. Omdat wij particulier waren en dus geen instelling konden wij geen financiele steun voor de voorzieningen krijgen, zelfs over de entree ontvangsten moesten wij als particulier onder­nemer, vermakelijkheidsbelas­ting + BTW afdragen. Door deze kosten verhogende lasten werd het entreegeld veel te hoog. Op een gegeven moment werden al deze problemen tesamen zo groot, dat ik in een slapaloze nacht besloot om heel het project niet te laten doorgaan. Ik realiseerde mezelf, dat ik iedere dag in het museum aanwezig moest zijn. Ook al kwamen er maar twee onverwachte bezoekers per dag. Mijn vrijheid was weg en ik zou een duffe museumdirecteur worden. Dit visioen beangstigde mij zo, dat ik absoluut besloot geen museum meer te organiseren.

Gemeente Veenendaal was zo sportief om zonder boeteclausule de F 100.000,– voor de aangekochte grond terug te betalen.

Inmiddels heeft de landelijke pers er de lucht van gekregen dat ik bezig was met het organiseren van een 3-D museum anex-theater. Halve en hele krantenpagina’s werden volgeschreven over ons 3-D beroep en het zeer zeldzame KP en de museumplan­nen. Ons plan was nu om het KP als recreatieattractie te gaan verhuren aan exposities en beursen. Inmiddels heeft de conser­vator van het Berlijnsverkeersmuseum bij ons thuis in Vianen een bezoek gebracht en twee stereo-dia-automaten gekocht voor zijn museum. Maar ook heeft hij het KP gezien. Dus ook in Duitsland was het al bekend, dat ik het KP bezat.

Op een dag gaat de telefoon, een duitssprekende man vraagt of ik een KP bezit, waarop ik bevestigend antwoord. Hij vraagt of ik het verkopen wil. Nu dat wilden wij absoluut niet, wij hadden met het KP verhuur plannen. Dus ik zei NEE. Maar de man bood een onfatsoenlijk hoog bedrag, dat hij dacht dat ik tegelijk ja zou zeggen, maar ik zei weer NEE. De man stelde voor, dat ik er toch eens over moest nadenken en hij wilde twee dagen later nog eens terugbellen. Ik dacht dat dit een flauwe grap was en vertelde dit onzinnige verhaal aan Greet. Natuurlijk zijn wij hierover gaan zitten nadenken en bedenken als het voorstel werkelijk waar is of wij dan toch op dit aanbod zouden ingaan. Uiteindelijk het KP was nog absoluut niet volledig gerestaureerd en een echt zakelijk verhuurplan hadden wij ook nog niet. De man belde twee dagen later weer op en hield vol dat het geen grap was maar een serieus aanbod. Wel wilde hij een paar foto’s van het KP en zijn opdrachtgever het KP te laten zien. De man, de heer Cornwall, bleek een tussenpersoon te zijn die in Keulen een veilinghuis voor fotoapparatuur runt. Eerst wilde hij niet zeggen wie zijn opdrachtgever was, maar toen wij besloten om het KP toch te koop aan tebieden, bleek dat het doorverkocht werd aan de Duitse Staat, die in Berlijn een groot Museumspectakel organi­seerden over het 100-jarig bestaan van het Pruisische Rijk, onder leiding van Kaiser Wilhelm. Het KP was in die tijd een bekend reizende attractie, waarin het publiek 48 grote 9 x 18 cm. stereodia’s van het volksleven in andere landen kon zien.

Een hoogleraar Dr.Prof. Senf, die in Berlijn woonde, had nl. een zeer grote collectie originele KP.stereoscopische glaspla­ten van vele landen in originele houten kistjes van 48 glasdi­a’s ergens opgekocht en wilde deze verhuren aan het Ver­kehrsmuseum in Berlijn. Daarvoor had hij wel een KP nodig. Daarom wilde het museum ons KP kopen.

Greet en ik besloten om het KP met toch een beetje spijt en tegenzin voor het geboden bedrag te verkopen. De koper eiste

dat het KP moest echter wel opgesteld te bezichtigen zijn.

Wij huurden op een zaterdag in het Interkruisgebouw in Vianen een ruimte om het KP op te stellen. Alle 12 panelen van het KP moesten vastgebonden op het dag van de autom van huis naar het zaaltje vervoerd worden. Greet en onze twee kinderen Jeroen en Monique hebben enorm hard gewerkt om het KP op te stellen en mooi op te poetsen.

Om 12.00 uur, een uur te vroeg kwamen twee heren vanuit Duits­land al het KP bezichtigen. Het was naar hun zin. Tegelijk belden ze op naar Berlijn om te zeggen, dat het OK was en dat ze het KP konden ophalen. Per vliegtuig kwam de directeur van het Berlijnsmuseum naar Düsseldorff. Daar werd een grote speciale antiekverhuiswagen gehuurd en om 4 uur kwam een enorme levensgrote verhuiswagen voorrijden en na nog even wat onderhandelingen en afdingen over de verkoopsprijs werd toch tot verkoop besloten. Opeens was het KP een, voor het museum, een zeer kostbaar kunstbezit. Onze kinderen mochten opeens niet meer meehelpen het KP af te breken en versjouwen, want het kon wel eens beschadigen. Het merkwaardige was, dat ik het KP te koop aanbood inclusief 400 oude glasdia’s. Echter mocht ik van Prof.Senf, die ook aanwezig was, niet deze 400 glasdi­a’s erbij leveren. Hij bood mij 1000 DM als ik deze glasdia’s niet zou verkopen. Dit vond ik een vreemd, maar wel een leuke aanbieding. Dus ik hiel de 400 glasdia’s maar zelf.

Nadat het KP in de verhuiswagen was ingeladen en wij afscheid van de directeur van het museum namen, wensten wij hem veel succes toe met het KP en hoopten eens te horen waar het te bezichtigen was. Hij beloofde echter ons een uitnodiging te sturen omn de opening van het Pruisische Jaar in Berlijn te kunnen bezoeken. Wij zagen deze opmerking als een standaard afscheidswoordje en dachten niet meer aan zijn aardige bedoel­de opmerking. Maar tot onze grote verbazing krijgen zijn in juni ? van dat jaar een uitnodiging van het gemeentebestuur en de burgemeester Weitzecker van Berlijn om de opening van het Pruisische Jaar bij te wonen. De reis en verblijfskosten van 2 dagen hotel en het vliegticket voor 2 personen waren voor rekening van de stad Berlijn. Per vliegtuig gingen we naar Berlijn ne daarna naar het zeer luxieuze voor gereserveerde Exelsior Hotel. Het Hotel werd bewaakt met panserwagens en politie, niet omdat wij er logeerden, maar de gehele top van de duitse regering en NAVO logeerden er ook. De volgende dag was er een grote opening en receptie van het Pruisische Jaar in het Kasteel van het Charlottenburg.

Het park romdom was afgezet door hekken en politiehonden, wij konden op vertoon van de uitnodiging naar binnen komen. Wij voelden ons opeens zeer voornaam dat ze dat allemaal voor ons hadden georganiseerd, maar er bleek ook weer de gehele duitse

culturele top en B.en W. + ministers aanwezig te zijn. Het was een zeer warme dag. Buiten in de koele schaduw stonden koks met hoge mooie hoge witte mutsen op lekkere hapjes op open vuren klaar te maken om binnen te serveren. Binnen in de grote ontvangst hallen was het vreselijk druk van 29 voorname mensen die elkaar allemaal kenden. Wij voelden ons erg eenzaam en onwennig. De volgende dag was er bezichtiging van het museum en een officieel concert voor de hoge genodigde gasten in het concertgebouw. In de concertzaal was het bloedheet en de muziek was modern, en naar mijn smaak niet erg passend bij de vroegere muziek van de Pruisische Kaiser Wilhelm. In ider geval stond het KP volledig functionerend opgesteld in het  Verkehrmuseum. Jammer genoeg mocht het niet bekend zijn , dat het KP in Holland was gekocht. het moest een echt duits kunst­bezit zijn. Later is er ook een vereniging in duitsland opge­richt dat zich de vrienden van het KP noemd, en tektuur en tentoonstellingen met het KP organiseren.

De heer Prof Senf heeft zelf een copie-Kaiserpanorama laten maken om zijn grote collectie oude stereodia’s tegen betaling te kunnen tonen. De Berlijnse kranten stonden vol geschreven over het Pruisische Jaar en op de voorpagina’s stond een foto van het KP. In de krant De Telegraaf stond de zelfde week een lang artikel dat in Nederland moest worden verboden van het verkopen van ons waardevolle kunstbezit aan het buitenland.

 

Greet was als Freise boerendochter op de Langelille (Scherpen­zeel) tussen het vee op de boerderij opgegroeid. Zij had een grote liefde voor dieren en planten. Haar grote wens was om een eigen dierenpension te hebben. En in 1981 kreeg zij het idee om in een van onze zes garagebozen, die aan ons huis waren vastgebouwd, een kattenpension te starten. Met Frits Mattijssen samen heb ik en één garagebox 20 prachtige grote (90x90x90cm) hardhouten kattehokken gebouwd. Een kachel + ons vroegere keukenblok maakte het pension compleet. Door Greet  en ook de kinderen hun grote zorg voor de katten werd het al snel bekend, dat bij de fam.de Wijs een 3 Sterren Kattenhotel was. Van ver uit Nederland werden de katten voor vacantiever­blijf gebracht. Toen het aanbod te groot werd is er een tweede garagebox bij het kattenverblijf bij betrokken. Deze 2e ruimte is in de wintermaanden verhuurd aan de dierenopvangstichting Trans’84 uit Vianen. Dus altijd was het een drukte van komen en gaande mensen en katten. In de zomermaanden hadden wij max. 45 katten te verzorgen. Greet bestede zeer veel tijd aan de verzorging. Vrije tijd en vacanties was er practisch niet meer bij. Dit gaf grote spanningen in het gezien. Met plaats ver­vangers of vacantiehulpen kwam je ook niet verder. Na 9 jaar zeer succesvol runnen van het pension heeft Greet opeens besloten om er mee te stoppen, vanwege het vele werk. Wij wilde ook als gewoon mens  haar eigen vrije leven kunnen beleven. De katten waren eigenlijk de baas en Greet was hun personeel. De prachtige hokken konden wij goed verkopen en de rust was weer teruggekeerd. Als nieuwe hobby is Greet begonnen met patchwork en quilten.

Inmiddels ging bij mij het werk gewoon door. Tot ± 1885 bleef ik voordrachten houden, maar door de toenemende vraag naar 3-D dia-automaten en 3-D fotoreportages werden de werkdagen en ook de weekends volledig van 8 uur s’ochtends, en als er geen voordrachten waren tot 10 uur s’avonds doorgewerkt. De werk­druk werd steeds groter en mijn, toen tweedaagse hulp Frits Mattijssen, door hoge leeftijd er in 1988 mee stopte om bij mij te werken, moest ik wel stoppen met de voordrachten en s’nachts naar huisrijden.

Bij de heer Spruit te Wassenaar had ik het systeem van een 3-D macro-voorzetlens gezien, die bestond uit twee kleine lensjes in een grote lensvatting, die je op een standaard 24 x 36 mm. Leicacamera kon plaatsen, net als het al eerder gemaakte Zeisz Contraflex systeem. Het nadeel van dit prachtige systeem was, dat een lang septum tot aan het filmvlak de twee beeldjes gescheiden mest houden. Dus voor een spiegelreflex camera was dit systeem onbruikbaar. Toch zijn er enkele mensen geweest (o.a.Lammerts v.Buuren), die de spiegel doormidden zaagden en als het ware het septum tussen twee spiegelhelften liet door­gaan. Met dit systeem moest je dus altijd de camera verbouwen. Ik wilde echter de 3-D macrolens op een standaard camera gebruiken. Na enige experimenten heb ik een systeem bedacht, door een verdikking aan een kort septum te maken. Deze verdik­king geeft een zodanige schaduwlijn tussen de twee beelden, dat er precies op het filmvlak twee gescheiden beeldjes te zien zijn. Door deze verschillende diktes toe te passen kan je nu verschillende lensbasissen gebruiken voor dichtbij en minder dichtbij aparte optiek te maken. eerst had ik verschil­lende diktes van losse stukjes, die ik op het septum klemde, maar die verloor ik steeds. Al snel werd het een systeem van 3-D macrolenzen voor één vaste lensbasis met één eigen vast verdikt septum. Iedere lensafstand had zijn eigen lensbasis. Door het systeem de lensbasis nauwkeurig te berekenen, kan de ongeknipte 3-D dia zo direkt in een stereoraampje gemonteerd worden en met een goed venstereffect met de door mij gebouwde stereoprojectielens met één projector geprojecteerd worden.

Het systeem werkt prima.

Bij de stereoclun was één persoon erg actief in het maken van een stereoprojector volgens mijn uitgedachte systeem en het houden van voordrachten. De kwaliteit van zijn projector en fotografie was zodanig, dat je al zeer snel schele hoofdpijn kreeg. Maar hij had nog nooit klachten van het publiek gehad, dus was het toch goed. Deze man kwam af en toe even bij mij langs om bij te praten en de nieuwtjes bekijken, uiteindelijk was hij gepensioneerd spoorwegbeambte en kon dus kosten vrij reizen en fietsen. Hij had ook een 3-D macrolens laten maken voor het systeem van een doorgezaagde spiegel, wat hem niet erg goed voldeed. Tot mijn grote verbazing plaatste hij in een groot landelijk fototijdschrift een artikel over zijn 3-D macrofotografie met fotovoorbeelden erbij afgebeeld. Hij beschreef, dat hij na lang experimenteren een nieuw systeem had ontwikkeld door een 3-D macrolens op een grwone standaard­spiegelreflex camera te gebruiken. Daarvoor verdikte hij het tussenseptum van de 3-D macrolens. Dus precies het systeem, dat hij al eerder bij mij thuis had gezien. Dit tijdschriftar­tikel omschreef het idee ofdat het zijn uitvinding was. Hij vermelde niet bij wie hij het systeem had afgekeken. Later beschreef hij het systeem in het Bulletin van de 3-D club en noemde het “Het Blickmansysteem” en zo heet het nog steeds!

Alleen mijn ontwikkelde systeem van één flitslamp met lichtre­flexiplaatje, dat aan de 3-D macrolens in het zoekerframe is gebouwd is niet door hem overgenomen. Door het lichtreflextie­plaatje kan ik de sterke schaduw van e ene flitslamp net voldoende inlichten, waardoor ik maar een zeer lichte schaduw in de foto krijg.

 

 

 

 

 

Mijn apparatuur werd door leden van de 3-D vereniging vaak goed bekeken en nagebouwd. Zo werd mij eens een diaprojector voor garantiereparatie aangeboden door iemand aan wie ik nooit een projector had verkocht. Ik zei tegen de man ongezien, dat dit nooit een projector van mij kon zijn. Maar hij beweerde, dat hij van een overleden 3-D clublid was geweest. Toen ik de projector te zien kreeg, bleek het een goede copie van mijn model en iedeen te zijn. De eigenaar was teleurgesteld, dat ik de projector niet als garantie wilde repareren.

Het idee om het polarisatiefilter tussen de lamp en achter de dia te plaatsen om tevens als warmtefilter te laten dienst doen werd al in 1963 door mij toegepast, later zag ik dit veel toegepast bij eigenbouwprojectoren. Ook de hoogte en lensba­sisverstelling die om één draaipunt midden tussen de lensen is gecontrueerd kom ik nu veel, tegen in andere projectoren.

Het is merkwaardig om te horen, dat nu in 1995 de eerste viewers die ik gebouwd heb al in de tweedehands en op foto-apparatenveilingen duurder worden verkocht als waarvoor ik ze verkocht heb.

Heib Heikoop, die nogal klein behuisd in Gorinchem woont, heeft als grote hobby metaalbewerking. Liefst maakt hij zo moeilijk mogelijke fijne apparatuur. In de kelder onder zijn huis waar je wel gebukt moet lopen staan een hoogwaardige kwaliteit draaibank en fracemachines. Hij doet voor mij alle soorten draai- en fracewerk, zoals lenshouders, maar ook maakt hij prototypes van viewers en onderdelen voor de dia-automa­ten. Wij besloten in …..om een superstereoprojector te gaan bouwen voor zowel 6 x 6 dia’s als ½ kleinbeeld. De lichtbron 2x 250 Watt Halogeen moest met wisselcondensorsystemen zodanig worden aangepast, dat ieder diafragma de optimale lichtsterkte benutte en daarvoor aangepast werd met juiste condensordoor­snede en brandpunt voor het te gebruiken projectieoptiek.

Zodoende waren er meerdere planconvex condensors uitwissel­baar, ook de grote 6 x 6 en kleine kleinbeeld Aspherische lens is uitwisselbaar. En het lichthuis is tenopzichte van de dia verstelbaar, zodat de lichtbundel groter of kleiner wordt. De handbediende diaschuif heeft losse wisseldiahouders, die voor de meest gangbare diaraampjes verwisselbaar zijn.

Voorop zitten twee grote ronde schijven, waarin 3 verschillen­de brandpunten projectielenzen zitten. Door de schijf te draaien (turredhead) kan snel de projectielensbrandpunt ver­wisseld worden. De ronde glaspolarisatiefilters zijn ook 90° te draaien. Tenslotte is er nog een overvloeischuif voor de lenzen gebouwd om enkele dia’s in overvloei te projecteren.

Er wordt besloten om twee iedentieke projectoren te bouwen. Huib zal de projectoren helemaal bouwen en de techniek verzin­nen en ik zou de 3-D kennis van projectorenbouwen inbrengen en de onderdelen bij elkaar zoeken. Deze projector is een 10 jaren project geworden. Ontzettend veel problemen moesten overwonnen worden, maar tenslotte is het een prachtig juweel van fijntechniek en kwaliteit geworden. Na de projectorbouw kwam een nog grotere uitdaging nl. het besluit om een diamon­tage apparaat van hoogwaardige kwaliteit te bouwen. Ook hier was het besluit om twee stuks te bouwen. Huib Heikoop had er zichtbaar zin in want ook dit apparaat, dat zowel voor 6 x 6 als voor kleinbeeldia’s is gemaakt, maakte het mogelijk om de dia’s te projecteren en tegelijk in te ramen.

De 2x 150 Watt 24 Volt lampen werden voorzien van een 6 x 6 condensorsysteem en dubbele warmtefilters.

De houders van de verschillende maten diaraampjes zijn weer uitwisselbaar en doormiddel van zeer naukeurige hoogte- basis en rotatieverstelknopjes zijn de dia’s zeer naukeurig in te ramen. Een door een metertje aangedreven roterende z.g. vlin­der maakt het mogelijk om snel afwisselnd een dia te projecte­ren en daarna in het wisselende hoogte verschil te kunnen corrigeren. De projectielenzen zijn in basis- hoogte en

scherpte met aparte knoppen te verstellen. De bouw van de twee montage apparaten heeft ± 3 jaar geduurd en is een schittend veelzijdig kwalitatief hoogwaardig apparaat geworden, dat ik nu zeer intensief voor de diamontage gebruik, zonder dat ik schele hoofdpijn krijg.

Universitaire instellingen en ook privé personen hebben mij al F 30.000,– geboden om het te kunnen kopen, maar ik kan niet zonder dit apparaat werken, dus niet verkopen.

De roestvrijstalen diaviewers, die van losse plaatjes aan elkaar werden gesoldeerd, was een zeer arbeids intensief werk.

De eenvoudigste fixfocus viewer duurde minstens één dag flink doorwerken. Daardoor werd het een dure viewer. Een goedkopere oplossing was om met dezelfde achromaatlenzen een houten viewer te maken. Van voorbewerkt (gefraced) hout was de viewer snel in elkaar te lijmen. Het resultaat was goed maar het product gaf een onsolide goedkope indruk en was daardoor niet gewidld en verkoopbaar. 50 stuks heb ik er gemaakt, deze werden voornamelijk als eenbeeld 3-D viewers in wandpanelen in bezoekerscentra ingebouwd.

Door de 3-D activiteiten van de oogfotograaf Alberd Aandekerk, die werkzaam is in het Radboutziekenhuis te Nijmegen zijn mijn kijkkasten en viewers + projectielenzen steeds meer bekend geworden in de medische wereld. Tijdens nationale en interna­tionale oogheelkundige congressen werd de stereoscopische diaprojectie als een extra attractie en indrukwekkende diapre­sentatie beschouwd. Ok Prof.J.Worst te Haren, gebruikte de 3-D diaprojectie om meer overtuigd en beter de oogheelkunde te laten zien. Het grote wereldconcern Buis en Lomb, die oogcon­tactlenzen en medische apparatuur verhandeld, had de heer R. Visser, contactlenzenspecialist te Nijmegen ingeschakeld om ook 3-D dia’s van contactlenzen te maken.

Door al deze activiteiten van deze mensen werd ik meerdere malen uitgenodigd om begeleidende adviezen te geven en te helpen om goede 3-D foto’s te kunnen maken. Uiteindelijk moest ik dan ook dia-automaten en viewers leveren.

Maar aantrekkelijker was om tijdens de congressen de 3-D projectie te verzorgen. Hiervoor gebruikte ik de toen nog zeer lichtsterke eigenbouw stereoprojector en een groot 3 x 3 m. zilverprojectiescherm.

Na de ervaring van de resultaten van enige 3-D projectiedemon­straties tijden congressen in Nederland, werd ik gevraagd door het bestuurslid A. Aandekerk van het Internationaal Oogheel­kundig genootschap om tijdens een wereldcongres in Rome de 3-D projectie te verzorgen van de verschillende sprekers.

Mijn broer Maarten de Wijs heeft toen per auto al de 3-D projectie apparatuur naar Rome gebracht en ik ging luxeus per vliegtuig naar Rome. Tijdens dat congres waar ook Prof.J.Worst aanwezig was moest ik verschillende formaten 3-D dia’s projec­teren. Maar o..schrik, ook ½ kleinbeeld dia’s in één diaraam­pje gemonteerd. Er werd verondersteld, dat ik met mijn eigen ontwikkelde 3-D projectielens deze ½ kleinbeeld projectie wel in een grote zaal, op een groot scherm, kon vertonen. Nu dat was vanwege de korte lensbrandpunt en de lichtzwakte van de

3-D lens onmogelijk. Om dit kleine ½ kleinbeeld 3-D diaformaat in een diaraampje toch groot te kunnen projecteren heb ik een geheel nieuw systeem van 3-D diaprojectie verzonnen nl. in de KODAK caroussel werd achter de ½ kleinbeeld 3-D dia een twee­delige polarisatiefilter geplaatst. In de projector werd een 150 mm. projectielens gebruikt. En nu na ± 50cm. voor de lens zie je wazig twee geprojecteerde beeldjes naast elkaar. Op dat punt zet ik twee los verstelbare oppervlakte spiegels, die ieder halfbeeld bijna 100% vlak langs de zijkant van de pro­jector terugspiegelen naar het grote projectiescherm. Om de beelden overelkaar heen te kunnen stellen zijn de spiegels met schroefdraad instelknoppen nauwkeurig in hoogte en basis te verstellen.

Het groot uitgevallen apparaat werkt zeer goed in grote lange zalen, voor kortere afstanden met korte brandpuntlenzen werkt het slechter. Met dit nieuwe projectiesysteem had ik in Rome veel succes en ook was er veel hilariteit om de onzinnige grote vreemde constructie.

 

Omstreeks 1983 leerde ik de oogarts Dr. J. Worst kennen. Hij is een wereld beroemde oogarts en zeer kundig in het onderzoek van hat oogglasvocht. Dr. Worst is een man die geniale ideeen kan bedenken en ook kan uitvoeren. Om zijn technische bedenk­sels te verwezelijken heeft hij in zijn riant woning te Haren in de kelder een fijninstrumentmakers werkplaats ingericht. In zijn werkplaats staan draaibanken fracemachines en zijn re­searche microscoop. Een eigen instumentmaker maakt voor hem al zijn verzonnen gereedschappen. Dr. Worst kende de grondbegin­selen van de stereoscopische fotografie en dacht toen tegelijk dat hij de mooiste steriodia’s van oogoperatie’s kon maken. In werkelijkheid was zijn eerste stereofotografie met een 6 x 6 camera van oogoperaties een echt verschrikkelijk slecht resul­taat.

 

 

 

 

 

 

Echter wilde hij een stereoprojectiedemonstratie geven voor een hoog geacht publiek tijdens de uitreiking en huldiging van de Snelliusprijs in het OoglijdersGasthuis te Utrecht.

Ik was ingehuurd om de 6 x 6 projectie te verzorgen. Toen ik de ingeraamde 6 x 6 stereodia’s te zien kreeg, schrok ik werkelijk, vanwege de zeer slechte kwaliteit en nog slechtere montage. Als een bezetene heb ik voor de prijsuitreiking en het 3-D programma, alle 6 x 6 dia’s opnieuw moeten inramen en wonder boven wonder het publiek vond het resultaat nog mooi ook, ik niet!  Dr.J.Worst stond open voor commentaar en kre­tiek. Samen zijn wij een totaal nieuw systeem van medische 3-D fotografie gaan ontwikkelen en met behulp van de zeer fraai gebouwde 3-D macrocamera met een lensbasis van 2,4 en 6 mm. gefabriceerd door Tom Pennings is het na 2 jaar experimenteren en corrigeren gelukt om een zeer goede kwaliteit 3-D diapre­sentatie van oogglasvocht en oogoperaties tijdens Nationale Oogheelkundige Congressen te demonstreren. Zo moest ik voor Dr.Worst in….hotel een 3-D diapresentatie verzorgen tijdens een Internationaal Oogheelkunde te Parijs. Ik reed nmet een volgeladen auto naar vliegveld Orlie, waar ik Dr.Worst ophaal­de. Hij kreeg officieel maar een zeer korte spreek- en demon­stratietijd van 10 minuten in een grote zaal. Dat vond hij niet genoeg, want hij had veel meer te vertellen en te laten zien. Dus wij stelden de hele 3-D projectieinstallatie in de gang naast de zaal weer op en hij is gewoon buiten de grote zaal in de gang met zijn 3-D projectie door gegaan.

 

 

 

 

 

Tijdens het eerder genoemde congres te Rome moest Dr.Worst nog een half uur, voordat hij zijn 3-D presentatie over glasvocht  zou laten zien, zijn serie dia’s uitzoeken uit twee volle koffers met stereodia’s. Achter in de zaal tijdens de voor­drachten van voorgaande sprekers zat hij verwoed in het donker de dia’s uit te zoeken. Maar omdat hij nog niet had gegeten werd er ook nog een hotelwagentje met het dinee onder dekscha­len voorgereden. Tijdens het dia uitzoeken zat hij toen ook nog in het donker te eten. En wonder boven wonder hij was net op tijd klaar toen hij zijn spreekbeurt moet houden.

Het kontakt met Dr.Worst was een leerzaam en plezierige perio­de. Met deze man kon je de gekste verrassingen verwachten en ook veel lachen. Hij had geloof ik als grote 3-D hobby het verzinnen van de meest fantastische en soms goede, maar toch meestal klungelige kartonnen of plastic 3-D viewers.

De Ned.Ver.v.Stereofotografie kan nog altijd tijdens een 3-D bijeenkomst zijn demonstratie herinneren toen hij met twee losse projectoren, ieder onder een arm geklemd, voor het projectiescherm twee beelden over elkaar probeerde in 3-D te vertonen. Ik geloof, dat hij toen nieuwe oogpatienten probeer­de te krijgen, want iedereen kreeg van dit experiment barsten­de hoofdpijn.

Tijdens een vacantie in 19…. reisden wij met de caravan door het toen net toegankelijke Oost-Duitsland en Tjechoslowakije.

Gedurende die vacantie was ik overspannen en voelde mij niet zo best, nadat wij weer thuis waren, was ik op een avond op de

motorfiets mijn moeder gaan bezoeken en toen ik thuis kwam werd ik niet goed en kwam de dokter er aan te pas. Deze belde de ambulance op en een kwartier later lag ik in het zieken­huis. Die nacht kreeg ik een hartinfarct. Deze ziekte heeft grote nadelige gevolgen voor mijn latere werkzaamheden veroor­zaakt. Na 14 dagen was ik gelukkig weer thuis en moest op doktersadvies kalm aan doen. Maar ja, ik had al een 3-D fo­toopdracht voor mijn ziekte aangenomen en moest dus voor een bruggenbouweraannemer die de Betonprijs van dat jaar had gekegen, voor zijn huldigingsreceptie een serie 3-D dia’s van de nieuwe betonnen brug van Heusden maken. Dus in oktober was ik al weer beladen met camera’s de hoge staande kolommen aan het beklimmen om van bovenaf de brugpijlers 3-D overzichtsdi­a’s te maken. Met veel rusten en langzaamaan traplopen is het mij toch gelukt om een redelijke mooie 3-D fotoserie van de nieuwe brug te maken.

De 3-D projectiedemonstraties voor congressen worden steeds meer. Ik gebruikte steeds mijn eigenbouw, handbediende stereo-projector. Zo moet ik voor de contaktlenzenhandelaar Baus en Lomb          n ….. een projectie verzorgen in Bordeaux in Frankrijk. Daarvoor reed ik met Greet tesamen in totaal 5 dagen heen en terug met de auto volgeladen naar het congres, waar ik voor de spreker Rien Visser een serie goede stereo-

dia’s heb vertoond.

Ook voor een fabrikant in orthopedische hulpmiddelen (prothe­se) heb ik vanwege het fotograferen in 3-D van heup en knieo­peraties bij de orthopedische specialist Erik Koeweiden, series operatiedia’s moeten projecteren op congressen en op universiteiten.

Het jaar 1993 was een hectisch jaar met een grote werkdruk. Toen eindelijk in het voorjaar al de 3-D dia-automaten weer langs de openbare weg voor toeristenvoorlichting waren ge­plaatst, moest ik door geheel Nederland voor een aannemersbe­drijf de firma Bruil, honderden 3-D dia’s van hunm nieuwbouw objecten maken. Dit was een leuke reuzenklus, waarbij ik veel kilometers moest rijden.

In mei 1993? zijn Greet en ik met weer een volgeladen auto naar het Internationale Stereoscopische Congres in Zuid Enge­land gereden in de Badplaats …… Tijdens het congres heb ik daar in de afdeling show en tell een tafel vol met onze eigen­bouw apparatuur laten zien en ’s avonds veel te laat, om 10.30 uur heb ik de projectiezaal in de engelse taal een lezing en 3-D presentatie over het leven van de bijen en wespen gehou­den. Ik geloof dat de mensen dit specifieke onderwerp zeer waardeerden. Alleen mijn life-verhaal was niet zo een succes, want de slecht verlichte lessenaar, waarop ik mijn tekst had liggen, stond precies naast het projectiescherm en kon ik dus niet zien welke dia er werd geprojecteerd en de tekst was in het donker niet te lezen.

Maar na het ISU congres kon ik even uitblazen, toen Greet een 14daagse vliegvacantie voor ons naar Portugal had georgani­seerd. Dit was na de drukte van het kattenpension onze eerste echte verre vliegvacantie met de twee kinderen Jeroen en        Monique. Het was een heerlijke rustige vacantie, waarin ik ruim 150 stereodia’s heb gemaakt, waarover de kinderen zich soms ergerden, dat ik zelfs in de vacantie stereodoto’s maak­te. Toen wij thuis kwamen lag er een brief van de firma Buis en Lomb, die mij verzochten om een 3-D diapresentatie over contactlenzen te verzorgen tijdens een Internationaal Contact­lenzencongres te San Diago in Californie U.S.A.

Nu dat leek mij wel leuk en heb dit aanbod dus aangenomen. Met Greet samen zijn wij in augustus naar San Diago gevlogen en logeerden 3 dagen in het HiltonHotel. Alle kosten werden door Baus en Lomb vergoed + een honorarium. Het congres werd gehou­den in het fantastisch fraai gelegen en dure Hyatt-Hotelcon­grescentrum.

Het 3 x 3 m.zilverprojectiescherm hadden wij veruit naar San Diago verzonden en toen ik in de zaal kwam bkleek dat de gehuurde Kodak Carousselprojectoren van de Xenonlampen waren voorzien. Dit moest een hoge lichtopbrengst geven, maar het was niet zo echt veel sterker als met gewone 250 Watt 24 volt. Halogeenlampen. Ik hoefde eigenlijk alleen het projectiescherm op te bouwen en 20 minuten de 3-D dia’s van Rien Visser te projecteren. Dat was alles.

Greet en ik hebben daarna een auto gehuurd en zijn een fantas­tische mooie vacantierit door Noord-Mexico en Arizoan gaan maken. Ik wilde dezelfde weg rijden, als dat ik vroeger met de bromfiets als reclamerit had gereden. Ik wilde weer het woes­tijngebied met de prachtige orgelpijpcacteën bezoeken. Alleen jammergenoeg regende het er sinds 7 jaar juist die dagen. Toen wij weer thuis kwamen was precies ons verdiende honorarium weer op.

In augustus organiseerde het Teylermuseum te Haarlem een tentoonstelling over de oude periode van de stereoscopische fotografie tot ± 1920. Wim van Keulen en ik hebben daarvoor veel oude apparatuur uitgeleend. Wim heeft de tentoonstelling ingericht. In september werd de tentoonstelling op een zondag officeel geopend. Als attractie was er een stereoscopische projectie demonstratie georganiseerd, deze moest ik verzorgen.

Maar o schrik ik moest op uitnodiging van een firma die ortho­pedische protheses verhandeld een 3-D projectiedemonstratie tijdens een internationaal orthopedisch congres in Kopenhagen- Denemarken verzorgen. De 3-D diaserie was deels ook door Erik Koeweide zelf in 3-D gefotografeerd. Mijn broer Maarten was weer bereid om al de nodige apparatuur per auto naar Kopenha­gen te brengen. Zelf ging ik met Greet tesamen per vliegtuig naar Kopenhagen. Vrijdag heenvliegen, zaterdag 20 minuten 3-D projectie verzorgen daarna afscheidsdiner en de volgende ochtend zondags vrieg sneel naar het vliegveld omdat ik om twee uur al weer die zelfde dag tijdens de openeing van de tentoonstelling in het Tyelermuseum te Haarlem moest projecte­ren. Het was zo geregeld dat onze zoon Jeroen met de volgela­den auto met apparatuur om 12 uur op Schiphol ons stond op te wachten en zo konden wij tegelijk naar Haarlem doorrijden en waren wij prima op tijd om nog de apparatuur in het museum op te stellen. In de herfst moest ik ook nog even voor een Duits chemicus een 3-D diaprojectie vlak bij Hanover in Duitsland verzorgen. Het waren allemaal 3-D dia’s van computeranimaties. Dat jaar had ik dus in 4 landen stereoprojectie verzorgd. In de periode van 1980 tot 1990 kreeg ik veel opdrachten om voor reclamedoeleinden series 3-D dia’s te maken en daarbij moesten dan ook meestal 3-D diaautomaten geleverd worden Ik had een zeer goede hulp aan Frits Mathijsen die bij mij thuis in de werkplaats de voorbereidende metaalbewerkingen deed zodat ik zelf vrij snel de diakasten in elkaar kon zetten. Jammer genoeg is hij vanwege zijn gezondheid in 1988 gestopt met het werken dus moest ik alles alleen doen. De verdiensten waren niet zo groot dat ik als full time een man in dienst kon nemen. Wel had ik een zeer grote steun aan Greet mijn vrouw die de gehele administratie verzorgde. Eerst deed ik het belas­tingsgedeelte zelf. Aan het inde van het jaar was ik dan kwa humeur niet te genieten. Ik had er een ontzettende hekel aan om al de onzinnige kwitanties en nota’s uit te zoeken en de boekhouding samen te stellen. Ik vond een vind nog steeds dat de overheid mij voor dit verschrikkelijke werk een uurver­goeding moet betalen. Zij willen uiteindelijk zo graag weten wat ik verdien dan moeten zij ook zelf mijn boekhouding uit­zoeken en het niet aan een ongeintereseerde leek overlaten die geen opleiding en verstand heeft van al de gemene fiscale valkuile die zij verzonnen hebben. Na het inschakelen van een belastingconsulent die ik ook nog moet betalen (de belasting­dienst moet volgens mij deze man betalen) zijn de fiscale boetes minder geworden en mijn ergenis ook verminderd. Doordat ik niet alleen landelijk maar ook internationale bekendheid kreeg wat betrefd de stereoscopische apparaten die ik bouw werd de correspondentie steeds meer en tijdrovend. Vele be­ginnende 3-D ammateurs bellen op voor informatie. Allemaal zijn ze even vriendelijk en nieuwschierig. Sommige mensen presteren het om via de telefoon een door hun opgestelde vragenlijst beantwoord te krijgen. Liefst bellen ze s’avonds of in de weekeinden want dan hebben ze zelf de tijd. Ze denken dat ik ook een hobbyist ben en soms loopt het vragentelefoon­gesprek wel tot een half uur uit. Twee telefoontjes op één avond is heel gewoon. Maar je privéleven s’avonds wordt er wel door verstoord. Zo gemiddeld zijn het 5 telefoongesprekken per week. Ook briefpost met vragen is een tijdrovend hinderlijk verschijnsel want je moet al die, soms wel 10 brieven per maand netjes beantwoorden. Nog erger is de buitenlandse post afkomstig van over de gehele wereld tot uit Japan, China en Rusland. maar ook Zuid Afrika en vele andere landen. Men verwacht ook nog dat je de brief netjes in hun taal veant­woord. Ik heb brieven in het Tjechisch, Japans Russisch en Spaans ontvangen. De brieven worden door mij in het klad beantwoord en Greet of Jeroen typen het over. Er gaan werke­lijk hele dagen aan verloren aan alleen de corespondentie die toch meestal geen respons geeft en de kleine pakjes maken voor het versturen van 10 diamaskers of twee polaroid brillen of 1 set kunstof polarisatie filters. Ook gebeurt het dat in de weekeinden onverwachts mensen op de stoep staan die denken dat ik een winkel in stereoscopische artikelen heb.

Reklame buro’s zijn de lastigste en meest onbetrouwbare klan­ten, ze beginnen vaak met prachtige verhalen en dure opdracht­gevers en vragen on fotomateriaal en 3-D apparaten om hun opdrachtgever te tonen. Lange tijd hoor je dan niets meer van ze. Je hebt er veel tijd in voorbereidende gesprekken ingesto­ken, tenslotte moet je na veel tele

foneren je eigen uitgeleen­de spullen terug zien te krijgen en worden de gemaakte kosten niet vergoed. Dit is geen enkel geval maar zeer frequent voorkomend. Liefst doe ik met recla­meburo’s geen zaken!

Tot nu toe hebben al deze contacten geen cent opgeleverd. Mijn beste reclame is nog altijd mijn producten, die de mensen langs de openbare weg, tentoonstellingen of beurzen zien staan. Het resultaat boeit de mensen en bedenken, dat dat het 3-D apparaat ook bij hun inm het bedrijf toepasbaar kan zijn. Ze zien mijn bekende kleine naamstikkertje op het apparaat en bellen spontaan voor informatie. Ik nodig deze mensen geheel vrijblijvend uit om eens bij mij thuis de apparatuur te bekij­ken en de eventuele problemen te bespreken. Zeker de helft van deze bezoeken leveren een positief resultaat op. Ik maak daardoor weinig reklame, want 3-D fotografie is niet op een vlak reklamefoldertje aan te prijzen. Toch heb ik het waanzin­nig druk en wordt overstelpt met werk, dit gaat nu al 30 jaar zo door. Ik heb daardoor soms levertijden van wel ruim een half jaar en langer. Een orienterend bezoek van de chef van de Voorlichtingsafdeling van het Nationaal buro voor Toerisme bezorgde mij voor een half jaar intensief werk. Alleen het bezwaar was dat na 4 maanden bij hun intern praten en vergade­ren, kwam opeens de opdracht, dat ik in twee maanden in al de 12 nederlandse provincies 170 toeristische 3-D dia’s moest maken, zowel in steden als op het platteland. Ook moest ik even nog 16 3-D dia-automaten bouwen en al de dia’s 2x copie­ren en netjes inramen. In april was de eerste bespreking en half augustus kreeg ik de opdracht en 4 december was er in Duitsland een grote toeristenbeurs waas alles geexposeerd moet worden. Dit werd letterlijk dag en nacht werken, zelfs het personeel van de Bureau voor Toerisme kwam bij mij thuis helpen diakasten bouwen. Het fotograferen verliep slecht, want het bleef maar regenen en toen ik midden september de foto’s ingeraamd klaar had kwam eindelijk begin oktober een pedante juffrouw, die de kwaliteit van de dia’s controleren en keurde ze af. Ik moest in oktober bog campings vol mensen organisren om haar nieuwe ideen over te fotograferen. van zo’n wispeltu­rige tante en van deze opdracht raak je werkelijk overspannen.

De tentoonstellingsbouwers hebben voor de 16 3-D dia-automaten een zeer aantrekkelijke stand gebouwd. Deze tentoonstelling reist nu al 6 jaar door Europa.(1996).

Alleen is het een zeer grote teleurstelling als je dan onver­wachts de tentoonstelling bezoekt en je ziet een papier op de diakast geplakt met het woord “defect”. Als je dan bij het tijdelijk ingehuurde personeel vraagt wat er kapot is dan krijg je meestal het antwoord, dat hij het gewoon niet meer doet, en dat is alles. Meerdere malen blijkt dan bij onderzoek wat er kapot is, dat gewoon de stekker niet in het stopcontact is gestoken. Niemand controleerd deze kleine stomme mankemen­ten. Soms staat dagenlang zo’n kast z.g.kapot. Eigenlijk moet je iedere dag gaan controleren en beurzen of het personeel wel de apparaten ook werkelijk aanzetten.

Meerdere malen heb ik in bezoekerscentra en musea gecontro­leerd, dat gewoon een lamp in de diakast is doorgebrand en als je dan als z.g. bezoeker aan het personeel vraagt waarom die kast het niet doet, krijg je gewoon te horen, dat hij al maanden het niet doet, terwijl er alleen maar een lamp is doorgebrand en vervangen moet worden. Mijn indruk is dat bij vele van dit soort instellingen overdag het personeel moet uitslapen, omdat zij s’avonds het thuis zo druk hebben en met bijklussen en lange avonden werken. Bij het verhuur van de 3-D dia-automaten is de onderhoudsservice en reparatie voor mijn rekening. Dus als het apparaat het niet doet dan wordt er gebeld en melding van gedaan door het dienstdoende personeel.

Echt waar, ik ben eenmaal naar Groningen naar een museum gereden om een niet functionerende kast te repareren. Al snel bleek dat gewoon door de werkster de stekker uit het stopcon­tact was getrokken, omdat zij voor haar stofzuiger stroom nodig had. Zij vergat echter wel om de stekker van de 3-D dia-automaat er weer in te steken. Het dienstdoende personeel onderzocht dan niet waarom het apparaat niet functioneerd, maar laat mij eenvoudig via een telefoontje helemaal naar Groningen (Nat.Hist.Museum) rijden om de stekker in het stop­contact te steken. En dan moet je nog vriendelijk blijven, want de klant is koning, maar ik laat dan duidelijk merken, dat deze klant een ongeinteresseerde slaapkop is!

Een ander hinderlijk verschijnsel is, dat de verhuurde dia-automaten vaak gebruikt worden op wisselende beursen. Soms ook wel buiten in de openlucht. Dan wordt de kast netjes in de zon gezet, maar er niet aangedacht, dat de grote fix-focuslenzen als een brandglas werken als de zon of een spotlight lamp erin schijnt. De zon brand dan mooie gaatjes in de dia, soms wel een hele streep, doordat de zon aan de hemel zich verplaatst. Het kan gebeuren, dat alle, soms zeldzame originele dia’s verbrand zijn. De huurder hangt daarna aan de telefoon en zegt dan dat door onbekende reden de dia’s beschadigd zijn en eisen een nieuwe serie dia’s, die ik weer opnieuw moest maken, maar doordat ik nu altijd eigen gemaakte dia-copieen gebruik is de schade niet zo groot.

Op een dag ……..staat er een man voor de deur die zich legitimeert als Inspecteur? van de afd.vestigingsvergunning van de Kamer van Koophandel. Hij wilde even met mij een ge­sprek hebben, want het bleek, dat ik geen vestigingsvergunning had en dat ik illigaal mijn beroep uitoefende. Ik had nl. geen fotovakdiploma en mocht zodoende geen commerciele fotografie bedrijven. Volgens voorschrift ontdook ik de vestigingswet en daar ik onbekwaam ben in de fotografie en als beunhaas de fotovakhandel beconcu­reerde. Ik was al 15 jaar bij de Kamer van Koophandel inge­schreven als fabrikant en exploitant van fotografische appara­tuur em het maken van fotoreportages, maar nu pas na 15 jaar ontdekten ze dat ik, volgens de voorschrif­ten, illigaal werk­te. De man was resoluut en niet als normaal denkend mens om mee te praten. Ik had geen opleiding en foto­vakdiploma dus was ik fout. Hij besliste, dat als ik nog één commerciele foto zou maken of onbelicht fotomateriaal zou verkopen, na de datum van zijn bezoek, dan kreeg ik of een geldboete van F 10.000,– of 10 dagen hechtenis(gevangenis). Duidelijk bleek, dat een of ander jaloerse beginnende gediplo­meerde 3-D fotograaf mij had aangegeven als onvakkundig illi­gaal fotograaf. Het leuke voorval deed zich voor, dat terwijl de inspecteur bij mij binnen in de kamer zit te praten gaat de telefoon en vraat een ambtenaar van Rijkswaterstaat wanneer ik de 3-D fotoreportage en de apparatuur voor het bezoekerscen­trum Neeltje Jans te Zeeland kon afleveren. Ik zei gewoon hardop, dat de opdracht wordt afgezegd, daar er naast mij een inspecteur van de vestigingswet het mij verbied om als onvak­kundig 3-D fotograaf op straffe van boete nog één foto te maken. Dus U heeft pech ik lever niets meer af. Ik stelde de man voor om dit afleveringsprobleem maar met de Inspecteur die naast mij zit verder af te handelen. Wat de inspecteur weiger­de te doen.

De Inspecteur eiste, dat ik alsnog naar de fotovakschool voor een beroepsopleiding ging. Ik had er uiteraard totaal geen zin in om dingen te moeten leren, die ik toch niet gebruikte zoals filmsontwikkelen en dokawerk met papierfoto’s. Wel wilde ik een goede opleiding in de 3-D (stereoscopische) fotografie volgen en er een vak-examen in afleggen, maar toe ik de in­specteur vroeg waar ik die opleiding kon volgen, antwoordde hij doodleuk, natuurlijk bij de fotovakschool. Maar de foto­vakschool doceert niet meer uitgebreid de 3-D fotografie. Ons ere-lid van de NVS? Joop Willink was de laatste docent op de fotovakschool te Den Haag, die in de jaren ’60 nog onderwijs in 3-D fotografie heeft gegeven. Dus nergens was dit gespecia­liseerde beroep te leren. Ik stelde de Inspecteur voor om als hij mij een adres kon geven, die officieel mij onderwijs in de 3-D fotografie of een vakbekwaamheids examen kan afnemen in de 3-D fotografie, dan ben ik bereid om daar naar toe te gaan. Maar verplicht iets leren wat niets met mijn werk te doen heeft weigerde ik pertinent.

(In 1960 is de vestigingswet voor de fotohandel ingesteld, wie vóór die tijd als fotograaf was kreeg een vrijstelling voor van de vakopleidng).

De inspecteur vertrok en zou mij bericht sturen waar ik het verplichte fotovakexamen kon afleggen. Hij waarschuwde mij wel, dat ik absoluut niet meer commercieel mocht fotograferen en dat zijn controle was, dat als ik een auto met een nummer­plaat zou fotograferen die officieel na de datum van zijn bezoek was uitgegeven, dan was ik strafbaar.